Op zondag 21 november is Joke Smit bevestigd als diaken van de kerkenraad van de Protestantse Gemeente Damsterboord. Joke woont samen met haar man en twee tienerkinderen in de Ruischerwaard, en werkt als verpleegkundig specialist bij de afdeling longtransplantatie in het UMCG. Onlangs heeft zij als vrijwilligster een week op Lesbos gewerkt vanuit de Stichting Because We Carry.
Wat spreekt jou aan in de diaconie, of anders gezegd: waarom werd je diaken?
“Er werd een beroep op mij gedaan om de verantwoordelijkheid in de gemeente Damsterboord te helpen dragen. In gesprek bleek dat het diaconaat het dichtst bij mij staat en het beste aansluit bij waar ik op dit moment in mijn leven mee bezig ben.”
Hoe raakte jij betrokken bij de Stichting Because We Carry?
“Een vriendin van mij was al eerder met de stichting naar Lesbos geweest. Het is een stichting die zich vooral inzet voor zwangeren en jonge moeders met kleine kinderen, en haar focus heeft op Lesbos en Athene, plaatsen waar hoge nood is. Hun motto is: ‘Niet lullen maar poetsen!’ Dat raakte mij diep en daarom heb ik mij aangemeld als vrijwilliger. Organisaties, waaronder Unicef, Artsen Zonder Grenzen en het Rode Kruis, werken ook op Lesbos; deze organisaties hebben allemaal hun eigen focus en we werken heel goed samen.”
We hebben allemaal wel beelden op het netvlies van de vele vluchtelingen. Je wordt er vaak moedeloos van en denkt: deze mensen komen van de ene nood in een andere, wellicht nog hogere nood.
"Ik weet niet of ik zo dacht, maar ik weet wel dat niemand zo maar alles achter zich laat. De meeste vluchtelingen op Lesbos komen uit oorlogsgebieden en hebben de vreselijkste dingen meegemaakt. Hun enige perspectief was: vluchten! Vluchten kost geld en betekent in zee gaan met mensen die je wel of niet kunt vertrouwen. Blijven hopen op een iets betere toekomst, ooit. Je gaat op pad met de hoop ergens weer iets op te bouwen. Daar heb je veel moed voor nodig."
"Het vluchtelingenkamp op Lesbos is een doorstroomlocatie en er is geen weg meer terug. Het is heel lang wachten op een asieltoekenning. Toen ik er was waren er vijftien tot twintig mensen die te horen kregen dat ze, na twee of drie jaar wachten, alsnog door mochten reizen naar Duitsland. De betrokkenen waren zielsgelukkig en het mooie was dat de anderen even blij waren voor hen; geen jaloezie of afgunst."
“Het heeft mij enorm getroffen om te zien hoe mensen daar ‘gehuisvest’ waren, ik dacht aan mijn eigen gezin en aan ons eigen mooie huis… Maar je moet niet vergeten dat deze vluchtelingen uit situaties komen die niet te vergelijken zijn met onze westerse norm van huisvesting. Wonen in een tent, een dak boven je hoofd, een veilige plek, dat is waar ze op dit moment gelukkig mee zijn. Het is bewonderenswaardig hoe mensen toch kans zien van het hele kleine stukje tent dat ze toegewezen krijgen nog een soort van ‘thuis’ te creëren. De alleenreizende mannen en vrouwen daarentegen lukt dat niet, omdat er gewoon echt geen ruimte en niet eens heel klein stukje privacy voor hen is. Zij krijgen de minste aandacht. De aanblik van hun huisvesting raakte mij zeer.”
Wat kunnen we doen, hoe komen we hier ooit uit?
“Dat was natuurlijk ook regelmatig onderwerp van gesprek tussen ons als vrijwilligers. In Wit-Rusland heeft Loekasjenko de vluchtelingen uiteindelijk weer teruggehaald bij de grens van Polen. Het was een heleboel mensen ook wel erg gemakkelijk gemaakt om daar heen te reizen en wat beloofd was, gebeurde niet. Het hele vluchtelingenprobleem is zo groot, daar kom je niet uit, wat kun je doen? Kleine dingen doen en mensen motiveren ook ‘iets’ te doen; niets doen is geen optie! Veel instellingen van allerlei aard helpen mensen in nood op allerlei plekken op de wereld. De ‘wakes’, zoals die in het begin van 2021 ook in Noorddijk werden gehouden, dragen bij aan bewustwording van deze problematiek. Maar dan daarna: hoe nu verder? De politiek speelt hierin een grote rol: welke partij past het beste bij mijn idealen, is een vraag die iedereen zichzelf moet stellen.”
“Het is de hoogste tijd om te openen: deuren en ogen, harten en kerken, in een samenleving die op slot staat en buitensluit”
Hoe gaat het met corona in het vluchtelingenkamp?
“Eigenlijk heel goed. Iedere vluchteling die binnenkomt gaat eerst in quarantaine en de contacten met de wereld buiten het kamp zijn maar heel beperkt, dus grote uitbraken zijn er tot nu toe niet geweest.”
Wat heeft de meeste indruk op je gemaakt?
“De veerkracht van de mensen daar, de veerkracht van de kinderen in deze situatie, dat heeft een diepe indruk op mij gemaakt.”
Een week werken als vrijwilliger, is dat niet te kort?
"Ja, dat dacht ik eerst ook, maar er komt zoveel op je af, en er valt zo veel te doen, dat je zoiets niet lang volop kunt blijven doen. Iedere week komen er weer nieuwe, frisse vrijwilligers die allemaal goed zijn voorbereid en voor iedereen geldt: ons werk begint pas weer wanneer wij thuis zijn. Werken aan bewustwording en helpen een samenleving van het slot te krijgen…
Wat kun je als kerkelijke gemeente doen?
“Laat je stem horen! Ga niet zitten denken ‘wij hebben het als kerkelijke gemeente goed samen…’ Wees je bewust van het feit dat een hele grote groep dat niet heeft. Kijk om je heen in je eigen omgeving. Kleine dingen kunnen al het verschil maken, houd vooral de kaars brandende! Van onze landelijke PKN in Utrecht zou ik graag een steviger geluid horen. Onlangs hoorde ik Derek Stegeman, directeur van de Stichting STEK (Den Haag) tijdens een toespraak in een vergadering zeggen: ‘Het is de hoogste tijd om te openen: deuren en ogen, harten en kerken, in een samenleving die op slot staat en buitensluit.’ Deze uitspraak was mij uit het hart gegrepen.”
Elders in dit blad vindt u een verslag van Joke over een week vrijwilliger zijn in het vluchtelingenkamp op Lesbos.