Al negen jaar is Joseph in Nederland. Negen lange, onzekere jaren. Meerdere keren stond hij op het punt om teruggestuurd te worden naar Nigeria. “Dat zou mijn dood zijn geworden.” Maar het liep anders en nu heeft Joseph te horen gekregen dat hij mag blijven
Joseph komt uit een zeer traditionele Afrikaanse cultuur waar oude rituelen en verbintenissen een belangrijke rol spelen. In het land zijn uiterst gevaarlijke groepen actief die Voodoo-achtige rituelen inzetten om slachtoffers hun wil op te leggen. De wrede broederschappen onderwerpen vrouwen bijvoorbeeld aan rituelen om hen te verhandelen naar Europa en hier tot prostitutie te dwingen. De bendes dwingen veel mensen om mee te werken.
Zijn vader wordt ook in zo’n geheime groep getrokken, zegt Joseph, “Met nachtelijke rituelen die omgeven zijn met geheimhouding en mystiek. De leden moeten zich aan strikte regels houden; overtredingen kunnen ernstige gevolgen hebben.” Dan overlijdt zijn vader plotseling. Joseph praat er niet graag over. Met terughoudendheid zegt hij dat de dood van zijn vader ‘mogelijk verband hield’ met diens betrokkenheid bij deze broederschap, hoewel de precieze omstandigheden onduidelijk blijven. De angst is nog steeds te zien in zijn ogen als Joseph erover vertelt.
Na de dood van zijn vader wordt hij zelf opgeroepen om zich midden in de nacht te melden bij de broederschap. Angst overvalt hem: "Ik besloot te vluchten, voor het te laat was." Hij spreekt kort zijn vrouw die ook inziet dat vluchten de enige optie is voor Joseph. Zijn vier kinderen spreekt hij op dat moment niet. Via Lagos vlucht hij naar Nederland, met hulp van familie en kennissen die hem aan een vliegticket naar Schiphol helpen.
In Nederland heeft hij moeite om zich aan te passen en valt het leven in Ter Apel en opeenvolgende asielzoekerscentra hem zwaar. Hij wordt van plek naar plek verkast, in totaal zestien verschillende opvangplekken. Vooral in het begin in 2015, als er veel vluchtelingen aankomen, zijn de centra overvol: “Het leven was er chaotisch, we waren met zovelen, het was onmenselijk. Maar beter dan mijn toekomst in Nigeria.”
De vele verhuizingen en onzekerheid over zijn lot geven hem een gevoel van instabiliteit en hij voelt zich vaak niet welkom. Ondanks de hectiek lukt het hem om in contact te komen met zijn vrouw en kinderen. Hij videobelt geregeld met hen. Maar in deze negen jaar heeft hij hen alleen via de telefoon gezien. In de loop van de tijd bouwt zijn vrouw een ander leven op in Nigeria. Zijn kinderen spreekt hij nog wel. Hij houdt de hoop om hen weer in het echt te kunnen zien: “Ik blijf hopen dat ik mijn familie weer kan zien, dat houdt me op de been.”
Joseph krijgt in de jaren die hij verblijft in Nederland herhaaldelijk te horen dat hij naar zijn thuisland terug moet keren, ondanks de gevaren die daar op hem wachten. Zonder recht op rijksopvang komt hij bij INLIA terecht, in het Gasthuis in Groningen. De bureaucratie en de lange wachttijden in het asielproces frustreren hem. Hij houdt zijn hand op een meter hoogte van de vloer: “Zoveel papier, zo’n stapel, dat is mijn dossier. Dat is zo ontmoedigend, onmenselijk.”
Hij wordt ziek, naar zijn overtuiging door de angst en de onzekerheid. De gezondheidsproblemen worden niet altijd serieus genomen door artsen. Het maakt hem boos: “Het was in 2020 dat ik me echt niet goed voelde. Ik wist dat het fout was. De huisarts ging mijn bloeddruk meten en toen mocht ik weer gaan. Ik probeerde nog te zeggen dat het écht niet goed met me ging. Niet veel later stortte ik in en werd ik met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Ik had een hersenbloeding.”
De hersenbloeding is een nieuw feit in zijn medische situatie dat niet eerder aangevoerd is. Op grond hiervan wordt een aanvraag ‘verblijf op grond van medische omstandigheden’ in gang gezet. Dat duurt lang, maar uiteindelijk is de uitkomst positief. Joseph mag, met terugwerkende kracht, blijven op ‘niet tijdelijke humanitaire gronden’. Hij hoopt op een toekomst waarin hij veilig en goed kan leven. Vrij van angst en onderdrukking. Zijn droom is om zijn kinderen te kunnen omarmen. Dan moeten ze wel naar Nederland kunnen komen, want terug naar Nigeria is geen optie voor hem.
Joseph was oorspronkelijk moslim, maar is een aantal jaren geleden christen geworden. “Iemand drukte mij een bijbel onder de neus en zei: ga dit eens lezen. Sindsdien ben ik christen. Ik vind veel steun in het geloof en als je nu naar mijn kamer zou gaan in het Gasthuis, dan zul je zien dat ik daar inmiddels meerdere bijbels heb. Het geloof heeft mij op de been gehouden en God is dicht bij mij.”
Nu Joseph mag blijven, wil hij graag snel aan het werk. Ondanks zijn zestigjarige leeftijd zou hij zijn oorspronkelijke werk als stukadoor maar al te graag oppakken. “En natuurlijk zou ik graag een eigen plekje hebben waar ik kan wonen. Maar dat zal niet mijn thuis worden. Nigeria is mijn thuis en daar kan ik nooit meer naartoe. Ik zal nooit meer thuis komen.”