Oud en Nieuw, van oudsher een moment van bezinning, een moment om stil te staan bij het fenomeen van de tijd. Traditiegetrouw beginnen we het jaar met goede voornemens. Met vele anderen heb ik mij bijvoorbeeld voorgenomen gezonder te gaan leven. Lichamelijk door meer groente en fruit te eten en meer te bewegen. Geestelijk door me minder te laten leven, bewuster met mijn tijd om te gaan en zo ruimte te creëren voor dat wat er voor mij echt toe doet: de verbinding, verdieping en toevallige ontmoetingen.
De gemiddelde Nederlander blijkt zijn of haar goede voornemens echter maar twaalf dagen vol te houden. Hoe komt het dat we met zoveel idealen het jaar inluiden, maar dat 23 procent van de goede voornemens al in de eerste week van januari sneuvelt? De voornemens op zich lijken mij het probleem niet; het is natuurlijk niet verkeerd om jezelf te willen verbeteren. Voor mij persoonlijk zit het hem vaak in de grootsheid ervan. Dat dingen blijkbaar radicaal anders moeten. Niet voor een dag, of een week, maar voor… altijd? Nogal ingrijpend en ambitieus lijkt mij dat. Mag het kleiner? Te overzien? Haalbaar? Waarom zouden we eigenlijk niet elke dag opnieuw goede voornemens maken? Alleen voor die dag?
Dit idee is niet nieuw. Veel heiligen en christelijke schrijvers hebben er al over geschreven. Zo ook de negentiende-eeuwse Italiaanse priester Bruno Lanteri, stichter van de Oblaten van de Maagd Maria. Zijn denken werd enorm beïnvloed door de geestelijke oefeningen van de heilige Ignatius van Loyola. Een van de belangrijkste elementen van die geestelijke oefeningen is de dagelijkse onderscheiding van de dag die je net hebt afgesloten. Je staat dan stil bij waar God die dag zichtbaar was, denkt na over hoe je beter kunt meewerken met zijn genade en legt je tekortkomingen bij Hem neer.
Samengevat kun je zeggen dat Lanteri’s gedachtegoed neerkomt op de ‘spiritualiteit van opnieuw beginnen’. Dat komt ook naar voren in zijn motto: Nunc coepi, ofwel ‘Nu begin ik’. In Een thematisch dagboek (2011) sluit Dietrich Bonhoeffer zich hierbij aan: “Elke morgen is een nieuw begin van ons leven. Elke dag is een afgesloten geheel. De huidige dag is de grens van onze zorgen en moeiten. De dag is lang genoeg om God te vinden of te verliezen, om het geloof te behouden of in zonde en schande te vervallen. Daarom schiep God dag en nacht, opdat we niet in het onbegrensde terechtkwamen. Zoals de oude zon dagelijks opnieuw opgaat, zo is ook de eeuwige barmhartigheid van God alle ochtenden nieuw.”
Met Lanteri en Bonhoeffer wens ik jullie, onze Kerk in Stad-lezers, dan ook – naast een gelukkig nieuwjaar – een gezegende dag!