Ik hou van rituelen. Voor mij is de essentie van rituelen dat je je daardoor realiseert dat weinig in het leven vanzelfsprekend is. Gewone dingen worden bijzonder en waardevol door een ritueel.
Ook in het Hamelhuys hebben we rituelen. Toen ik afgelopen week door onze mooie tuin liep, zag ik dat de appels aan de appelboom beginnen te groeien. Niks bijzonders misschien, maar voor mij en veel van onze vrijwilligers en gasten wel.
Toen wij het pand aan de Johan de Wittstraat betrokken, was een van mijn eerste daden het planten van een appelboom. Een appelboom staat voor vertrouwen en dankbaarheid. Tevens beschermt de appelboom het huis en haar bewoners. Dat is wat we in het Hamelhuys doen: we bieden een vertrouwde omgeving waar de gasten zich thuis voelen en we zijn dankbaar voor de plek die we hebben. Toen ik de boom plantte, had Gerben, een palliatieve kankerpatiënt, veel te zeggen. Dat had hij altijd, dus tot zover niks bijzonders. Gerben had deze keer commentaar op de plek waar ik de boom plantte: “Nou Josje, hou maar op, dit wordt niks. Die boom staat daar helemaal verkeerd. Daar gaat geen appel aan komen hoor.” Toen ik me niks van zijn adviezen aantrok, was het: “Jij bent ook zo eigenwijs!” Onze band was goed en sterk, ik kon het hebben van hem en we lachten erom.
Snel na het planten van de appelboom overleed Gerben. Hij voelde zich zo thuis bij Hamelhuys, dat hij zijn uitvaart bij ons wilde. En zo geschiedde. Tijdens de dienst mochten alle gasten een krokusbolletje in de grond onder de appelboom stoppen. Het voorjaar daarop bloeide de appelboom en kwamen de krokussen uit. Sindsdien zeggen de vrijwilligers wanneer ze naar de tuin gaan: “Even bij Gerben kijken.”
Inmiddels is de appelboom gegroeid en geeft hij elk jaar appels. Ritueel: ik krijg altijd de eerste appel. En elk jaar zeggen we hardop: “Kijk eens Gerben, zie je wat een mooie appels? Hij doet het goed op deze plek, hè?”
Regelmatig overlijden er gasten van ons. De vaste gasten krijgen hetzelfde ritueel als Gerben: een aandenken in de tuin. Naast de appelboom staat een vlinderstruik voor Ria, over wie ik in mijn vorige column schreef. Ook staat er een kat van keramiek, die bij onze boetseergroep is gemaakt voor Tina. Jan had toen hij overleed net een nieuwe auto, waar hij zo trots op was. En dus staat er een klein blauw autootje onder de appelboom. Bram maakte verre reizen met zijn caravan. Na lang zoeken vonden we eindelijk een miniatuur-caravan, ook voor onder de appelboom.
Het zal niemand verbazen dat mijn vriend Henk, toen ik bij hem introk, mij een appelboom schonk. Ik denk daarbij ook altijd aan het gedicht van Rutger Kopland, ‘Onder de appelboom’:
(...)
gelukkig kwam er iemand naast mij
zitten, om precies te zijn jij
was het die naast mij kwam
onder de appelboom, zeldzaam
zacht en dichtbij
voor onze leeftijd.
Ik verheug me op de appeloogst...