Vandaag wil ik met u, lezer, een boek bespreken voor jongvolwassenen, geschreven door oud-politicus en schrijver Jan Terlouw.
Het boek handelt over een verliefd stel in de jaren vijftig in Zeeland. Anne en Henk krijgen nogal wat voor de kiezen. Eerst vinden ze een vreemd kistje midden in de Grevelingen, dat belastende documenten bevat over corrupte dijkgraven in Zeeland en waarschuwingen voor gevaar bij noord-noordwestenwind. Vervolgens wordt de jonge vrouw Anne vals beschuldigd van de dood van de schrijver van deze documenten. Het moordonderzoek is echter nog nauwelijks begonnen, of de watersnood van 1953 breekt uit. Anne verliest haar broertje aan de verdrinking en haar jonge man raakt dagen vermist.
Jaren later woont Anne met haar man en twee zonen in Zeeland. De beide jongens zijn fanatieke milieuactivisten, en fel gekant tegen het sluiten van de Oosterschelde. Dit wordt door Rijkswaterstaat echter nodig geacht om Zeeland veiliger te maken. Anne voelt zich gevangen tussen het werk van haar man bij de deltadienst en haar traumatische herinneringen aan de watersnood, en de scherpe argumenten van haar jongens. Er ontstaat een generatiekloof die nauwelijks nog te dichten lijkt.
Dit boek geeft de lezer een kijkje in het ingewikkelde dilemma waar het water ons mensen voor stelt. We willen veilig zijn, maar ondertussen willen we het water zodanig beheersen dat we onze natuur op aarde in gevaar brengen, en daarmee ook indirect hele generaties mensen. Het boek is qua personages volkomen fictie, maar de meeste grote gebeurtenissen, zoals de watersnood van ’53 en de politieke discussies in de jaren zeventig rondom milieu, zijn wel degelijk echt.
Het is voor mij duidelijk dat de schrijver iemand is die zich in beide generaties heeft kunnen inleven. De roman is sappig en spannend, maar bevat toch veel waarheid over het water en de mens. Natuurlijk spelen inmiddels niet meer dezelfde milieukwesties als in de jaren zeventig, maar ook nu is de grote vraag hoe we Nederland kunnen beschermen tegen aanstormend water door extreem weer en smeltend poolijs. Ook nu is daarbij misschien wel een vraag: in hoeverre kunnen wij de aarde en de natuur beheersen?
Ook vind ik de mogelijke generatiekloven in dit boek mooi neergezet. De verhalen over twee gepolariseerde generaties zouden ook zo over nu kunnen gaan. Weliswaar gaat in onze wereld de polarisatie over allerlei onderwerpen, die echt niet alleen maar te maken hebben met water en natuur, maar toch vind ik dat Terlouw zich heel goed in die kloof inleeft. Vooral in de moeder, die zich gevangen voelt tussen haar zonen en haar man, twee generaties. Wat je wel duidelijk aan de roman merkt is dat hij in het tijdsbeeld van de twee beschreven generaties is geschreven. Sommige van de beschouwingen van Terlouw zijn niet helemaal wat je ‘van deze tijd’ zou noemen. Maar over het algemeen vind ik het een mooie, vlotte roman met een diepgaande les voor iedereen. Ik heb van dit boek als jonge tiener al meer over water kunnen leren dan ooit op school.
Jan Terlouw, Oosterschelde windkracht 10
Rotterdam: Lemniscaat, 1979
ISBN: 978 90 606 9279 0 | € 16,99