Hij is sinds een aantal maanden lid van de redactie van Kerk in Stad. In het afgelopen kerstnummer heeft hij een kerstverhaal geschreven. Na een voor hem druk najaar heeft hij er zin in om regelmatiger een bijdrage aan Kerk in Stad te kunnen gaan leveren.
Hoe ben je bij Kerk in Stad terechtgekomen?
“Er is eigenlijk geen speciale aanleiding, maar een samenloop van omstandigheden. Ik heb journalistiek gedaan in Zwolle en heb altijd iets met theologie gehad. In 2020 ging ik geestelijke verzorging studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ik zag daar bij de tijdschriften Kerk in Stad liggen. Ik had het toen druk en er was geen ruimte om te gaan informeren bij Kerk in Stad. Maar toen ik de studie zo’n beetje had afgerond dacht ik, nu is het tijd om actie te ondernemen en echt iets te gaan doen met de combinatie journalistiek en theologie. Dus toen heb ik een mailtje gestuurd en ik kreeg per kerende post een antwoord van Annejet dat ik van harte welkom was om aan te schuiven bij de redactie. Dus dan doe je dat, en je schuift nog eens aan, en nog eens, en dan hoor je er opeens bij. En dat bedoel ik positief, het is heel erg leuk!”
Wat viel je op aan het blad?
"Er gebeurt zoveel, in en door al die gemeentes, gemeenschappen. Dat zie je anders echt niet. Het is een beetje zoals Cruijff het zei: ‘Je ziet het pas als je het doorhebt’. Mensen die zich door geloof laten drijven om zich in te zetten. Als dit al in Groningen gebeurt, dan geldt het ook voor andere steden en dorpen. Zonder dat we er erg in hebben, het hoort erbij. Nait soezen, je doet het gewoon. Als je bij de kerk hoort, bij een gemeenschap, dan doe je dingen. Ik denk dat het mooi is om elkaar te steunen. We lopen er niet mee te koop en er moet ook weer niet te veel aandacht aan besteed worden. Het is dus normaal om al die dingen te doen, maar het is helemaal niet normaal.
“Het heeft er, denk ik, mee te maken dat het als een familie werkt. Zoals je in je eigen familie dingen doet omdat het familie is. Je hoort bij elkaar, je bent aan elkaar gegeven. Je hebt elkaar niet uitgezocht, je bent tot elkaar veroordeeld. Of het nou leuk of niet leuk is.”
Herken je dat vanuit je eigen achtergrond?
“Ik ben lid van de vrijgemaakte kerk, of nu liever gezegd van de Nederlandse Gereformeerde Kerken, in Leeuwarden. Daar herken ik het wel. De evangelisering is er wat doorgezet en daar is het beeld van familie, van elkaars broers en zussen zijn, steeds sterker geworden. Er zijn groeigroepen, mensen die elkaar vaker zien en spreken en die elkaar hulp bieden waar nodig. Naast dat praktische is er ook ruimte om met elkaar door te praten over dingen. Natuurlijk gaat dat soms goed en soms minder goed, we zijn allemaal mensen.”
Hoe ervaar je de protestantse achtergrond (als in PKN) van Kerk in Stad?
“Het is verrassend, soms. De organisatie van de kerk zit anders in elkaar. Een classispredikant of een regiopredikant kennen we bijvoorbeeld niet in mijn traditie.”
Wat houdt jou verder in het dagelijks leven bezig?
“Ik ben politiek verslaggever bij Zilt. We richten ons op Harlingen en Franeker en kijken met een schuin oog naar Terschelling en Vlieland. Dat betekent dat ik regelmatig raadsvergaderingen bijwoon. Daarnaast schrijf ik voor andere media, waaronder de Gereformeerde Kerkbode. Verder ben ik schrijver, ik schrijf dagelijks. Inmiddels heb ik vier boeken geschreven. Twee boeken gaan over Bob Dylan. Ik ben gefascineerd door de man en zijn teksten. Bij hem denk ik echt: ik snap wat hij bedoelt. Elk concert vind ik weer mooier, de ene keer de uitvoering, de andere keer een lied, een zin.”
‘I am hanging in the balance of the reality of man
Like every sparrow falling, like every grain of sand…’ (Bob Dylan)
“Het zijn kronieken die ik heb geschreven. Ik beschrijf wat er is gebeurd en waarom het aanspreekt. Strookt het met mijn ideeën, met wat ik geloof? Het helpt me telkens een stapje verder.”
Wat lijkt je leuk om te doen binnen Kerk in Stad?
“Van mij kun je interviews verwachten en columns. Het lijkt me mooi om iets meer van een afstandje dingen te beschouwen, er een beetje boven hangen. En, omdat ik in Leeuwarden woon, kan ik de papieren versies van Kerk in Stad meebrengen voor de redactie.” (Dat is heel fijn omdat Cor van der Klaauw, die dat jaren heeft gedaan, sinds kort niet meer in Leeuwarden werkt – red.)