Er zitten momenteel nogal wat politici thuis met een burn-out. En niet alleen politici. De cijfers liegen er niet om. Ook onder jongeren en studenten is een toename van stress- en burn-outklachten. Uit onderzoek van het CNV blijkt dat naarmate de coronacrisis langer duurde de werkstress extra is toegenomen. Tegelijkertijd merk ik dat de coronacrisis juist ook aanleiding gaf om (meer) bewust te worden van hoe je in het leven staat en wat daarin belangrijk is en het verlangen om minder gehaast te leven. Zal dit beklijven nu we weer voor een groot deel open gaan?
De betekenis van burn-out is letterlijk ‘opgebrand’ zijn. Als je een burn-out hebt voel je je lichamelijk, emotioneel en psychisch uitgeput. We horen over de uitputting van de aarde en over opgebrande mensen. Waar legt zoveel roofbouw de vinger op?
Ruim tien jaar geleden was ik ook opgebrand. Ik heb het ervaren als een pittige en waardevolle uitnodiging om de drijfveren op het spoor te komen, die mij te lange tijd in de hoogste versnelling deden leven, zoals de bedrijfsarts me beeldend teruggaf. In mijn werk destijds als geestelijk verzorger vroeg ik aandacht voor trage vragen. Trage vragen zijn zingevingsvragen, die vragen om doorleefd te worden en die niet even snel afgetikt kunnen worden. Het roept de vraag op naar de plaats van trage vragen in onze snelle techno-wereld. Ze laten zich immers niet inpassen in de ideologie van versnelling.
Maar ruimte voor trage vragen is van levensbelang, zo zou je in het licht van bovenstaande kunnen stellen. Aandacht voor trage vragen vraagt het lef om stil te durven staan, om niet weg te lopen voor wat je tegenkomt en liever niet onder ogen wilt zien, om je niet te laten bezetten door de waan van de dag en druk van binnen en buitenaf.
In het artikel ‘Help, we gaan terug naar het oude normaal’ (Trouw, 22 mei 2021) haalt filosofe Joke Hermsen de Portugese neuroloog en filosoof Antonio Damasio aan, die de term ‘vertraagd denken’ introduceert. Vertraagd denken, omdat het om een vertragen of uitstellen van de primaire lustbevrediging gaat (bijvoorbeeld altijd klaarstaan voor of niks willen missen of…), waardoor je geen speelbal hoeft te zijn van alles wat er aan prikkels op je af komt van buiten of binnen.
Een pleidooi voor rust en aandacht, voor reflectie en meditatie. Hebben we daar binnen de kerk voldoende aandacht voor? Of domineert de snelle wereld toch ook binnen de kerk? In theorie niet, maar de praktijk is vaak weerbarstiger… ik rende me als kind van deze tijd te veel de benen uit het lijf om trage vragen te prediken.
De kerk kan putten uit een rijke traditie aan omgangskennis met traag geloofsgoed als gebed en inkeer. Omgangskennis die kan bijdragen aan het vinden van een pauzeknop, die je als mens doet beseffen dat je een onderdeel bent van de schepping en een bescheiden plaats inneemt. Een geschenk dat verwondering, verbondenheid, zorg en eerbied oproept en een aanklacht is tegen elke vorm van roofbouw.