Het is een rampjaar!
De aanvallen van vier kanten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de steeds meer stilliggende handel zorgen voor rellen en onvrede op diverse plekken. Men spreekt inmiddels van een rampjaar. ‘Het volk is redeloos, de regering is radeloos en het land is reddeloos’.
Bluswonderdoeners
De doopsgezinden in Stad tonen bijzondere moed en inzet tijdens het blussen van de branden die ontstaan door de vele bommen van de bisschop van Münster, Bernhard von Galen, die neervallen in Stad. Waar rook is, is vuur… en waar vuur is, is dopers water!
Volksverhuizing in Stad
Veel mensen zoeken het noordelijker en verlaten hun huis aan de kant van de stadswallen. Men trekt weg naar daar waar de bommen niet kunnen komen. Ieder huis, elk plekje is inmiddels gevuld. Er wordt gedeeld wat er is. Een grotere eensgezindheid heeft men in Stad nog niet eerder meegemaakt. Al dreigen er wel steeds meer tekorten, uiteindelijk komt niemand echt tekort. Dit komt ook omdat de toevoer van eten en andere spullen via de noordzijde nog steeds mogelijk is.
Moedige weerstand bij Nienhuis
De troepen uit Keulen die Bommen Berend ondersteunen hebben een flinke nederlaag geleden bij Nienhuis. Deze hoge wierde ligt ten zuiden van Garrelsweer. Dankzij de verliezen die de Keulse troepen hebben geleden, is ook het leger van Bommen Berend verzwakt. Wat zal dit betekenen voor het al sinds 21 juli durende beleg van Stad? Inmiddels bereiken ons steeds meer geruchten van ziekte en desertie in het Münsterse kamp.
Plunderingen op het Ommeland
De troepen van Bommen Berend zijn, in hun verlegenheid om proviand, met een ware plundering begonnen. Alles wat maar te eten is, stelen ze bruut van de boeren in de omgeving.