“Ouderen en jongeren moeten samen aan de kerk werken”
Interview met theologiestudent Rojan Minnaard

Rojan Minnaard is student theologie aan de Rijksuniversiteit en aan de PThU. Hij is lid van het theologisch dispuut Bonifatius, en is actief in verschillende kerken. Hij kan prachtig vertellen over wat zijn drijfveren in het leven zijn. Ik wilde graag zijn verhaal horen.

Rachel Wardenaar
Stadjer-bewerkt13

Kun je eerst kort over jezelf vertellen?
“Ik ben Rojan Minnaard, ik doe mijn tweede jaar in de bachelor theologie aan de RUG en aan de PThU. Ik kom uit Aduard en heb daarvoor altijd in Zuidhorn gewoond. Ik ben in Groningen naar de middelbare school gegaan en ik kom vaak in de stad voor vrienden.”

Dus je hebt wel wat met Groningen. Doe je ook dingen naast je studie?
“Ik maak muziek en ik dans, ik ben ook lid van een politieke jongerenorganisatie, en ik help in kerken met een aantal projecten. En de studie waar allemaal dingen omheen komen, zoals avonden van Bonifatius.”

Wat was je motivatie om theologie te studeren?

“Ik denk dat het kwam doordat mijn ouders een beetje hadden gepusht van ‘ga eens kijken, misschien vind je het wat’. Toen ben ik gaan kijken. Ik kom uit een predikantsgezin dus daardoor kenden we de studie. Zo doe je ineens mee aan één dag student, schrijf je je in, en studeer je theologie.”

Wat heb je in je studie al geleerd wat jou echt verder helpt?
“Dat is een moeilijke vraag, omdat het zo veel dingen zijn. Ik heb nu Grieks en Hebreeuws een beetje geleerd, maar ik kan ook in een historisch of filosofisch debat meekomen, en ik leer nu mezelf meer kennen. Ik had niet verwacht dat het geloof zo veelzijdig zou zijn, en dat je steeds meer nieuwe dingen gaat ontdekken.”

Resoneert dat met jouw geloof?
“Ja, ik denk dat dat een belangrijk deel van mijn geloof was en is geworden. Soms zit het me wel in de weg, dan zit ik toch ergens mee. Maar dan helpt het me om het toch te onderzoeken.”

Je hebt ook meegeholpen aan projecten in de kerk. Hoe sta jij in de kerk?
“Als domineeszoon ga je veel kerken af. Ik heb een vaste kerk in Zuidhorn waar ik graag naartoe ga, en naar de gemeente van mijn moeder ga ik graag, maar ik vind het ook fijn om naar een nieuwe kerk te gaan en te ervaren hoe het daar is.”

Kun je een voorbeeld noemen van wat je voor een kerk hebt gedaan?
“Wat me het meest bijblijft en wat ik nog doe is een project in een gemeente waar veel jongeren zijn. In een dorp is weinig te doen dus die jongeren vervelen zich. Wij gaan dan bijvoorbeeld spelletjes spelen of we maken een kampvuur. En dat is open voor iedereen. Dus zo zie je ook de dominee tafelvoetballen met een islamitische jongen.”

Is dat iets wat jij zelf gemist hebt als jongere?
“Gedeeltelijk, want ik ben in de gelukkige positie dat ik in de vakanties bijvoorbeeld leuke dingen kan doen met mijn familie en dat daar het geld voor was, terwijl ik bij veel van die jongeren zie dat dat niet zo is. Maar aan de andere kant heb ik het feit dat er die openheid is en dat alles en iedereen daar mag zijn wel gemist.”

Zou je zeggen dat je het uit persoonlijke motivatie doet?
“In eerste instantie doe ik het voor die jongeren, dus niet omdat ik het zelf gemist heb. Pas achteraf denkend was het ook goed voor mij geweest.”

Zou jij zelf predikant willen worden? En hoe zou je dan met jongeren willen werken?
“Ik denk dat het belangrijk is dat ouderen en jongeren samen aan de kerk werken. Dat zal betekenen dat de ene dienst leuker is voor de jeugd en de andere weer meer voor ouderen, maar het kan ook heel goed samen. Ik vind dat we samen christen moeten zijn, maar ook dat we de boodschap naar buiten moeten dragen. Ik denk dat we jongeren moeten benaderen en helpen. Als er maar twee van de twintig jongeren christenen worden dan zijn die toch over de streep getrokken. En ook als ze niet christen worden hebben ze in de kerk in ieder geval een plek waar ze mogen zijn. Ik twijfel of ik predikant word, het lijkt me wel een mooi beroep, maar ik denk dat je je als predikant met beide moet bezighouden. Na een dag jeugdwerk moet je ook bij de huisvrouwenvereniging zitten bijvoorbeeld.”

Wat betekenen muziek en dans voor jouw leven?
“Muziek is voor mij een familieding, want we maken met de hele familie muziek. Het is, net zoals dans, een uitlaatklep, omdat je dingen kan uiten die je in woorden niet kan, maar in de kunst wel denk ik. Je bent ook even weg uit je dagelijkse leven, je bent even gezond bezig, en je ontwikkelt jezelf. Bij het muziek maken leer je bijvoorbeeld echt muziek kennen. Ik zit in een orkest waar de oudste zeventig jaar is en de jongste tien, en dat speelt allemaal samen. En in mijn verschillende dansstijlen kan ik me ook uiten.”

Ik hoorde je zeggen dat je het leuk vindt om het samen te doen.
“Het kan alleen ook leuk zijn, maar op een gegeven moment wil je het wel graag samen doen.”

Houden muziek en dans ook verband met jouw spiritualiteit?
“Het is wel een gave van God dat je het kan doen. Ik merk naarmate ik er langer mee bezig ben, zeker sinds ik theologie studeer, dat ik het leuk vind om geloof te verbinden met kunst en om zonder woorden dingen te kunnen uiten. Maar ik zal niet zeggen dat het mijn geloof gevormd heeft.”

Is er nog iets wat je aan de lezer zou willen zeggen? Iets wat jou helpt en wat je wilt meegeven?
“Als ik terugkijk op wat ik heb gezegd, denk ik dat ik het belangrijk vind dat kerken open blijven staan voor nieuwe ideeën. Ik weet dat veel kerken het niet makkelijk hebben, en dat er veel mooie oude dingen zijn die in de kerk bewaard moeten blijven. Maar ik denk als iemand een nieuw idee heeft, dat de kerken daarvoor open moeten staan. Zo wilde een van de jongeren bij ons project wel eens op het orgel in de kerk spelen, en zo werden de eerste orgellessen gegeven. Zo kunnen er mooie dingen ontstaan.”

Cover nummer 13.JPG

Editie 13 - 2022

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief