In de Statenzaal van het Provinciehuis hangt een groot schilderij met de titel ‘Religie en Vrijheid’. De afbeelding zit vol met symbolen. In 1685, toen het gemaakt werd, herkenden kijkers al die symbolen meteen. Voor ons in 2022 is dat wat moeilijker. De redactie vroeg Commissaris van de Koning René Paas wat het schilderij vandaag de dag betekent.
Hoe ziet u de verhouding tussen Kerk en Staat in het huidige Groningen?
"Nederland is volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek ‘geen gelovig land meer’. Vooral de laatste halve eeuw holt de gelovigheid achteruit. Voor Groningen geldt dat nog een beetje extra. ‘Onkerkelijkheid’ werd voor het eerst waargenomen in Friesland en Groningen. Dat was bij de volkstelling van 1879. Sindsdien bevindt Groningen zich consequent in de voorhoede van de secularisatie. Veel moderne Groningers zijn zich nauwelijks meer bewust van de aanwezigheid van Kerk in Stad.
"De dunne lijn tussen kerk en stad heeft onvermijdelijk consequenties voor de verhouding tussen kerk en staat. Veel mensen gebruiken de term ‘scheiding van kerk en staat’ als een bezweringsformule. Met smetvrees. Alsof kerk en staat niks met elkaar te maken mogen hebben. Maar zo is het nooit bedoeld. De scheiding van kerk en staat beschermt de vrijheid van godsdienst en verplicht de staat om verschillende religieuze gemeenschappen gelijk te behandelen. Ze staat nooit in de weg aan een goed gesprek. Of aan steun van de overheid voor een waardevol kerkelijk initiatief.
“Er is alle reden voor de kerk om dat gesprek zelfbewust te voeren. Als cultuurdrager. Als gemeenschap die al eeuwenlang het goede leven bevordert. Profeteer per provincie! Want ook in de verhitte discussies van vandaag spelen christelijke waarden als vrijheid, verantwoordelijkheid en naastenliefde een belangrijke rol. En hoe ontkerkelijkt Groningen ook is, je poetst nooit uit waar we vandaan komen. Onze westerse waarden zijn gevormd door tweeduizend jaar christendom. Christendom en humanisme zijn in onze geschiedenis niet los verkrijgbaar. De grote humanist Erasmus vertaalde het Nieuwe Testament (in het latijn) en was katholiek. Onze omgeving, onze kunst, onze taal, onze beschaving: ze zijn allemaal gevormd door mensen die al duizenden jaren antwoord proberen te geven op levensvragen.”
Wordt het al tijd voor een nieuw schilderij in de Statenzaal?
"Nee dus. Het parlement van Groningen vergadert in de oudste Statenzaal van Nederland. Hier deden we ruim vier eeuwen ervaring op met democratie. Met vallen en opstaan. En af en toe een levensbedreigende crisis. De ruimte draagt de sporen van die geschiedenis. Wie zijn best doet, kan daarvan leren.
"Er hangen portretten van de halve familie Nassau, die nauw is verbonden met de vrijheidsstrijd waardoor de provincie Groningen ontstond. De ramen bevatten in glas-in-lood de wapens van gemeenten die niet meer bestaan. En er is dus dit grote schilderij van Herman Collenius, ‘Religie en Vrijheid’. Mensen in de zeventiende eeuw konden zo’n schilderij lezen als een stripverhaal. Wij moeten er wat meer moeite voor doen. We kennen de Romeinse goden niet meer. En geseculariseerde Nederlanders herkennen zich makkelijker in ‘vrijheid’ dan in ‘religie’.
“Maar de waarden die het schilderij verbeeldt, blijven actueel. De provincie hangt regelmatig een regenboogvlag uit. Provinciale Staten hebben onlangs beide ingangen van het Provinciehuis voorzien van een kunstzinnige verwijzing naar artikel 1 van de Grondwet. Bij ons mag iedereen zijn wie hij is. Die vrijheid koesteren we. Het gaat nu niet meer om Franse Hugenoten. Maar Groningen wil nog steeds mensen beschermen die onze hulp nodig hebben om tot hun recht te komen.”
Een allegorische verbeelding
De oorlogen waar de belegering van Groningen onderdeel van was, zorgden dat veel protestanten moesten vluchten uit Frankrijk. Een groot deel van deze Hugenoten kwam terecht in de Nederlandse Republiek, ook in Groningen. In 1685 werd een kunstwerk besteld bij kunstenaar Herman Collenius met als titel ‘Religie en Vrijheid’ voor het Provinciehuis.
In de biografie Hermannus Collenius 1650-1723 (1997) beschrijft Freerk Veldman het schilderij. Het middelpunt van de voorstelling zijn twee vrouwen. De ene heft de Phrygische muts omhoog. Haar rechterhand rust op de schouder van de naast haar geknielde tweede vrouw die een bundel pijlen in de hand heeft: ze verbeelden de vrijheid (Libertas) en de Eendracht (Concordia). Rechts van hen staat Hercules die met een knots omhoog zwaait om twee figuren die voor hem op de grond liggen te treffen, namelijk de Opstandigheid of de Ondeugd en het Bedrog. Een op handen en knieën zittende vrouw met een masker naast zich – schuin achter Hercules – is Minerva, afgebeeld met helm, speer en schild. Hercules staat voor fysieke kracht en Minerva voor wijsheid.
Links van de vrouw met de Phrygische muts staat een vrouw met een hoofddoek die wijst op een opengeslagen bijbel waarin de woorden Testament en Jesu Christi te lezen zijn. Zij stelt Religio voor, de ware godsdienst. Naast haar staan twee vrouwen, de één met een kruisje en de ander met een anker in de hand, voorstellende geloof en hoop. Voor de twee vrouwen zit een vrouw met twee kindertjes bij zich, de liefde voorstellend. Rechts op de achtergrond een boog met doorkijkje: je ziet de Martinitoren en het Provinciehuis.
Pieter Bootsma