Op dinsdag 5 juli tekende Salmagundi een contract met de gemeente in bijzijn van vertegenwoordigers van de stedelijke diaconie. Salmagundi en de diaconie gaan samenwerken voor een vruchtbare, diaconale, levendige plek op de hoek van de J.C. Kapteynlaan en de Oosterhamrikkade. Alles rond een grote eettafel – maar het dak boven die tafel moet ook heel wat gaan dragen. Misschien hebt u het woord ‘Salmagundi’ al eens horen noemen, misschien is het helemaal nieuw voor u. Diaken Alef Rutgers legt uit wat de bedoeling is.
"Wat is Salmagundi… dat is ingewikkeld. Sociaal ondernemer Simon Kooistra heeft het ideaal om een werkgemeenschap met een ziel te creëren, zoals hij dat zegt. Hij begon met een werkplaats voor mensen aan de rand van de samenleving en het werkzame leven: vluchtelingen, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Eerst was dat een werkplaats en winkel voor vintage spullen en toen er meer ruimte vrijkwam is hij een horecavoorziening begonnen. Het is een florerend restaurant gericht op mediterrane gerechten, ook veel vegetarische. Met beperkte middelen heeft hij er iets heel gezelligs van gemaakt.
"Het pand stond op de nominatie om afgebroken te worden, maar hij verzette zich ertegen en wilde het wel kopen. Nadat hij het met de gemeente besproken had, kwam hij met de diaconie van de Protestantse Gemeente Groningen in aanraking. We hebben een gemeenschappelijke doelstelling: zorgen voor mensen aan de rand. We zagen er dus wel wat in om hem te ondersteunen. De diaconie heeft vermogen. Dat kunnen we beleggen bij een bank, maar het sprak ons aan dat we door te investeren in zo’n project er goede dingen mee kunnen doen. We verstrekken Simon een hypotheeklening en zijn samen opgetrokken om de koop gedaan te krijgen. Dat heeft wel twee jaar geduurd – op een commerciële markt zou de gemeente er veel meer voor kunnen krijgen en ze wilden zeker weten dat wij het pand niet na een jaar weer met winst zouden verkopen. De gemeente heeft het pand nu uitgegeven in erfpacht tegen een sociaalmaatschappelijk tarief.
"Het blijft niet bij die lening. De diaconie krijgt ook het recht van eerste huur. We gaan een diaconaal centrum realiseren. De diaconie heeft dienst bij de Tafel, maar die tafel kun je ook buiten zetten. De Tafel in de wereld. Daaromheen zetten we onze activiteiten voort door in dialoog te gaan en verbinding tot stand te brengen. We doen hetzelfde in de praktijk als in de liturgie. Dat is waardevol en het sprak ook Simon heel erg aan. Er zijn in het gebouw een heleboel mogelijkheden: er is al een grote keuken, met daarachter grote ruimte die nu niet gebruikt wordt. Daar kunnen we een grote tafel neerzetten. Als diaconie gaan we die ruimte gebruiken vanaf oktober, als die opgeknapt is. We denken nog na over hoe dat ingevuld wordt.
"Ook het Stadsklooster is betrokken bij het project. Simon had plannen voor een kadeklooster: een werkgemeenschap waarvan een aantal mensen ook in het pand konden wonen. Het Stadsklooster had al getijdengebeden in de Lutherse Kerk, maar zocht daarnaast een diaconale kant. Bijvoorbeeld agapèvieringen rond de tafel, of stiltevieringen.
"We gaan ook inhoudelijk samenwerken met Simon maar dat moet zich werkendeweg nog ontwikkelen. We hebben alle vertrouwen in elkaar. Het restaurant loopt gewoon door en de winkel wordt ook weer opgebouwd.
"Zelfs dat is nog niet alles. Het is een groot pand. Naast het restaurant, de winkel en de grote zaal zijn er twee woonhuizen aan de straatkant. In een van die woonhuizen gaan Simon en zijn vrouw Annemiek zelf wonen en het andere woonhuis is nog beschikbaar. Achter de grote zaal komen drie gastenverblijven, waar bijvoorbeeld gasten of bezoekers kortdurend kunnen verblijven. Daarnaast kan er nieuwbouw plaatsvinden boven op het dak. Daar is ruimte voor zes studio’s, op een tafelconstructie op het platte dak. Die kunnen we ook gebruiken voor dat kadeklooster of wat we ook maar voor ogen hebben.
"Er zijn dus nog een woonhuis, zes studio’s en drie gastenverblijven. Een leefgemeenschap is een optie, bijvoorbeeld mensen die ook in het pand werken. Je zou daar een zorgfunctie kunnen organiseren. In Gouda heb je bijvoorbeeld een stuk of tien gasthuizen in hofjes, die worden gebruikt voor mensen die een time-out nodig hebben. Zij krijgen hulp van vrijwilligers. Een ander voorbeeld is ‘Kamers met Aandacht’: een initiatief voor jongeren tussen begeleid wonen en zelfstandigheid in, met een huisbaas die toeziet en helpt. Dat zijn allemaal opties. Je moet wel een doel hebben, keuzes maken en het plan rendabel maken met een goed stappenplan. Simons vrouw Annemiek is heel belangrijk. Zij is nu twee dagen in de week werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg, voor de rest werkt ze mee in het bedrijf. In dat zorgaspect zou zij een belangrijke begeleidende rol kunnen krijgen.
“Uiteindelijk zijn de sociaal ondernemers verantwoordelijk, maar wij zijn als diaconie wel sterk betrokken. De inhoud past bij diaconaal werk. We hebben een brainstormgroep gevormd en uiteindelijk zullen er ook heel hard vrijwilligers nodig zijn. We willen altijd ruimte openhouden, maar waarschijnlijk weten we in het najaar al meer.”
Salmagundi en diaconie 2.0
Diaconaal predikant Evert Jan Veldman legt uit hoe de samenwerking met Salmagundi past in de bredere visie van de stedelijke diaconie. “Het gaat om de perspectiefwisseling van de diaconie als fonds dat op een hulpvraag ingaat naar actief betrokken zijn bij de stad. Zoals verkennersproject bedoeld is om bij nul te beginnen en dichter op het leven van de wijken te komen, creëert de samenwerking met Salmagundi een plek die je niet helemaal zelf hoeft in te vullen. In Salmagundi maken we gebruik van de ruimte die er al is. Diaconaat begint aan de eettafel, dus zetten we een grote tafel neer. Naast kijken welke directe verbinding we kunnen leggen tussen Salmagundi en onze eigen ontwikkelagenda, kunnen we ook zelfstandig bondgenoten uitnodigen aan die tafel om te eten en in gesprek te gaan over wat ons bindt en inspireert, en kennis uitwisselen. Op die manier leveren we een bijdrage aan het weefsel van mensen die zich bezighouden met armoede en uitsluiting. Ook hier beginnen we bij nul. Het is daadwerkelijke betrokkenheid bij het dagelijks leven in de stad.”