Als u dit leest heeft u er al even aan kunnen wennen, maar ik zit hier de ochtend na de verkiezingen te verwerken dat ik in een land leef dat massaal gekozen heeft voor iemand die al zeventien jaar vertelt dat buitenlanders weg moeten, en inclusiviteit gelul is.
Ik voel me een beetje naïef, want hoewel er wel aanwijzingen waren dacht ik tot een paar dagen geleden dat ik het hier gewoon over de ramp in Israël en Palestina kon hebben (dit ging sowieso geen makkelijke column worden).
Nu zit ik hier te proberen te bevatten wat er nu gaat gebeuren en hoe je je daartoe verhoudt en het maakt me bang en boos. Ik kan me voorstellen dat dat PVV-stemmers goed doet, want ik vermoed dat die hun stem aan Wilders gegeven hebben omdat ze klaar zijn met bang en boos zijn. En ik moet zeggen, het is ook een naar gevoel. En misschien ben ik nog steeds heel naïef – de toekomst zal het leren – maar ik ken wel een paar mensen van wie ik vermoed dat ze op de PVV gestemd hebben en ik denk eigenlijk niet dat ze per se gestemd hebben om te zorgen dat hun islamitische buren weer vertrekken of omdat ze vinden dat mijn kinderen hun regenboogvlaggetjes van hun spullen moeten krabben. Tenminste, dat wil ik heel graag denken.
Ik wil zo graag geloven dat het angst is voor wat er verder nog komt en niet angst voor de buren die je al hebt en de kinderen die je op straat ziet lopen. Ik heb zoals ik hier zit diezelfde angst voor ‘wat komt er nog meer’. En ik kan het me niet veroorloven om de deuren dicht te gooien en alleen maar boos te zijn. En u ook niet, of u nu in hetzelfde schuitje zit of omdat u deze verkiezingen PVV gestemd hebt en mijn verhaal misplaatst vindt, want we moeten het samen doen. Sam Van Leer, de anglicaanse priester hier in Stad die oorspronkelijk uit Amerika komt, vertelde mij ooit dat hij ‘samenleving’ het mooiste Nederlandse woord vond. Omdat het daar uiteindelijk om gaat: dat we samen leven in dit land en het met elkaar moeten doen.
Dat geldt ook als we elkaar niet goed begrijpen en de angst ons om het hart slaat. Niet makkelijk, wel belangrijk. Ik schrijf deze column al bijna 24 jaar. Er zijn nogal wat verkiezingen voorbij gekomen. Vaak maakte ik me zorgen om de uitslag en de richting waar we heen gingen, maar ondanks alles is er ook veel gebeurd wat goed en mooi en inclusief was. 23 jaar geleden had ik nog geen kinderen, deze keer gingen ze allebei stemmen en deden ze dat in een samenleving die toleranter is dan die waarin ze geboren werden. Dat stemt hoopvol!
Als u nu denkt: bijna 24 jaar, dat is lang, dan heeft u gelijk en dat vind ik ook. Daarom is dit mijn laatste column voor dit blad. Het is tijd voor verandering. Dat stemt – mij in ieder geval – weemoedig. En zo voelt het alsof de cirkel rond is, want hoopvol maar weemoedig lijkt me een aardige samenvatting van alles waar ik het hier met u over gehad heb. Het ga u goed en bedankt voor het lezen!