Het kan aan het tijdstip hebben gelegen dat er in de vorige editie van dit blad niets is gezegd over de moordaanslag op de Groninger stukjesschrijver Willem Groeneveld. Deze onafhankelijke journalist neemt doorgaans geen blad voor de mond, en weet in niet mis te verstane bewoordingen zaken onder de aandacht te brengen waarvan hij vindt dat ze aandacht verdienen. Je kunt zijn woordkeus niet altijd even netjes vinden, en je hoeft het niet altijd met hem eens te zijn, maar wat hij zegt snijdt vaak wel hout. Wat de aanslagplegers hebben willen bereiken met deze poging tot moord, is hen gelukkig niet gelukt: je legt de waarheid niet zo makkelijk het zwijgen op. Het doden of monddood maken van de boodschapper is daartoe trouwens helemaal geen slimme methode; de waarheid roept altijd luider.
Nou wordt er doorgaans in dit blad niet veel aandacht besteed aan actualiteiten als het gaat om moord en doodslag – ik vraag me af of Peter R. de Vries hier wél genoemd is. We zijn een net blaadje, gericht op de samenhang tussen kerk en kerkmensen, op zijn mooist wel met de blik naar buiten gericht, maar niet zozeer op de waan van de dag. Ik ga niet zeggen of ik dat goed of fout vind, maar ik vind wel dat kerkmensen zoekers naar recht en gerechtigheid dienen te steunen. Om te beginnen in de eigen omgeving.
Zo, dat is eruit.
Dan kan ik nu over naar het onderwerp waar ik het eigenlijk over wilde hebben: het nut, de zin en de levensduur van een column. In de afscheidscolumn van Eva Meijer in Trouw las ik: “Misschien kunnen we beter vogels kijken dan columns lezen (…)”, en ik realiseerde me dat zelfs zo’n zinnetje al voor meerdere uitleg vatbaar is. Zegt ze dat we misschien wel meer vaardigheden hebben om vogels te kijken dan om columns te lezen, of is het een advies? In beide gevallen denk ik dat ze wel een punt heeft. Vogels kijken is altijd leuk, vooral als je je ook een beetje hebt verdiept in de wondere wereld van de vogelsoorten, -gedragingen en -gewoonten. Columns lezen vind ik persoonlijk vaak net zo leuk, maar het is wel vermoeiender; het vraagt je geest om soepelheid, om je te verplaatsen in de denktrant van de schrijver – of je het er nu wel of niet mee eens bent is niet altijd meteen van belang.
Binnen een half jaar nadat ze was begonnen voor Trouw, kreeg Eva Meijer al te horen dat ze wel weer kon stoppen. Werd ze niet genoeg gelezen, kwamen er onvoldoende of alleen maar negatieve reacties op haar stukjes? Aan de tekstuele kwaliteit kan het niet gelegen hebben; ze beheerst het Nederlands voortreffelijk, en ze behandelde een grote variatie aan onderwerpen, met originele invalshoeken (ze is kunstenaar, filosoof, liedjesschrijver en nog veel meer).
Gelukkig geldt voor Eva Meijer hetzelfde als voor Willem Groeneveld: je legt ze niet zomaar het zwijgen op. Ik ben ze beiden gaan volgen op Twitter.