“We mogen wel wat meer zichtbaar en vindbaar zijn in deze stad.” Een schot voor de boeg van Josha Veger, de nieuwe voorzitter van de Algemene Kerkenraad (AK) van de Protestantse Gemeente Groningen (PGG). Haar eerste AK-vergadering moet nog komen als we haar op een matineuze vrijdagochtend spreken in een café in de binnenstad. De kermis is nog even stil. Vrijdag is haar thuiswerkdag, dus dan kan ze er wel even tussenuit. De afgelopen vier jaar was ze voorzitter van de kerkenraad van de Nieuwe Kerk. Ook is ze lid van de Uitvaartgroep. Voor wie haar nog niet kent, stelt ze zich voor in dit interview.
Armoede
Josha was jarenlang schooldirecteur van christelijke basisschool Het Kompas in Lewenborg. Sinds enkele jaren is ze projectleider Armoede van de Vereniging Christelijk Onderwijs Midden- en Oost-Groningen. Haar aandachtsgebied is kansenongelijkheid. Van oudsher is er veel armoede in dit deel van de provincie. In gesprekken stimuleert ze ouders om de talenten van hun kinderen te ontdekken en belemmeringen daarvoor weg te nemen. Die zijn vaak financieel van aard, maar ook psychologisch zijn er drempels. Ze hanteert daarbij een landelijke Handreiking, maar uiteindelijk komt het vooral aan op een persoonlijk gesprek. De reistijd elke dag heeft ze er graag voor over, want ze heeft een drive om mensen een betere toekomst te bieden. Een belangrijk doel van haar aanpak is ook de veerkracht te vergroten: doorzetten als iets tegen lijkt te zitten, een vorm van karakterontwikkeling zeg maar.
Leiderschap
Haar inspiratie en ervaringen hoopt ze mee te nemen in haar nieuwe kerkelijke functie, die ze in nauw overleg met haar gezin heeft aanvaard. Vragen over de toekomst van de kerk in de Groningse maatschappij houden haar bezig. Ze is bereid te sparren met wie daarover wat te melden heeft, maar wel met een bepaald doel voor ogen. Dat typeert naar eigen zeggen ook haar leiderschapsstijl. Ze noemt zich een verbinder, en denkt dat ze mede daarom gevraagd is. Andere redenen (“moet je mij nou dat vragen?”) zijn wellicht haar ruime bestuurlijke ervaring in kerk en onderwijs, en haar vermogen om het overzicht te houden. Denkt ze.
“Ik zal het beleidsplan nog een paar keer doornemen tot ik het uit het hoofd ken,” lacht ze. “Tegelijkertijd: we moeten wel verder met de transitie.”
Visie
Ze hoopt dat ze de AK-kwesties die op korte termijn spelen ook in een breder en langer perspectief zal bezien. Corona heeft de transitie naar een nieuwe toekomst voor de kerken in Stad een impuls gegeven, er liggen kansen. Maar die moeten dan wel geïdentificeerd en benut worden. De kerk blijft ook in de toekomst een plek voor persoonlijke gesprekken, bemoediging, vieren en dienen. Kleinschalige ontmoetingen en bijeenkomsten dragen daaraan bij. “Je gelooft immers niet in je uppie.”
Wijkgemeenten kunnen nog meer van elkaar leren door de onderlinge verbinding te zoeken. Zeker ook na corona. Josha ziet de AK als een paraplu, waar de baleinen in het midden bijeenkomen: overkoepelende zaken regelen, maar ook een stimulerende rol in contactlegging en verbinding. Wijkgemeenten kunnen ook naar elkaar verwijzen voor specifieke activiteiten. Nee, regen verwacht ze niet direct: het gaat haar om het beeld.
Geloven is samen oplopen, zowel binnen als buiten de kerk
De PGG mag wat haar betreft wel wat prominenter in de stad aanwezig zijn. Natuurlijk kunnen we niet overal zijn, en we hebben wel veel, maar nooit genoeg vrijwilligers om alles intern en extern op te pakken. Gelukkig zijn er in alle wijken actieve diaconieën. Zieltjes winnen is echt niet meer het doel, maar we mogen best anderen nieuwsgierig maken naar onze motivatie: dat je belangeloos om anderen geeft en daarbij je inspiratie ontleent aan je geloof.
Jongeren
Vernieuwing vindt ze ook nodig naar jongeren toe. Zelf heeft ze twee pubers thuis, en ze weet: je moet niet iets vóór jongeren bedenken, maar samen mét hen. Alleen dan heb je kans dat er nieuwe ideeën en activiteiten komen die aanslaan bij de opgroeiende generatie. Dat kan, hoopt ze, tot verrassende resultaten leiden. Misschien zelfs wel tot activiteiten buiten het instituut kerk om. Natuurlijk moet je dat proces goed organiseren en je afvragen hoe en wie dat het beste kan doen. Voor de AK is het vooral zaak ruimte te bieden. En als voor de uitvoering een vorm van professionele ondersteuning nodig is, dan wil ze dat niet uitsluiten.
Diversiteit managen
Persoonlijk herkent ze zich wel in de twijfel en de zingevingsvragen die bij veel mensen, ook kerkgangers leven. Ze wijst erop hoe belangrijk vertrouwen is, allereerst in jezelf, maar ook in anderen. Geloven is samen oplopen, zowel binnen als buiten de kerk.
De kerk was altijd een veilige plek, en voor veel mensen nu nog steeds, maar zonder vernieuwing komen we niet verder. De kunst is om de behoeften van huidige en nieuwe gelovigen met elkaar te verbinden, aldus Josha. “We zijn zelf divers als PGG, maar moeten buiten de kerk onze weg daarin nog beter zien te vinden.”
Het Spoor van Licht en wat Jan Waanders doet in Het Pand ziet ze als waardevolle initiatieven. “De verbinding met basisscholen zijn we wat kwijtgeraakt, maar die zijn zelf ook diverser geworden. Maar net als in het onderwijs hebben wij verhalen te vertellen, een ideale vorm voor zingeving en geloofsoverdracht.”
Geen regen maar zegen
Een mogelijke valkuil vindt ze – na lang nadenken – dat ze zich soms té verantwoordelijk vindt, of liever: voelt. Het is misschien wel annex aan haar helicopterview, die tegelijk ook haar kracht is, zegt ze. Ze hoopt dat de AK haar voor die valkuil behoedt. Dat ze niet hét handvat van de paraplu is, maar dat er een team is met een gezamenlijke missie. Geen regen, wel op hoop van zegen: zo begint Josha aan haar nieuwe klus.