Het moet zo’n 25 jaar geleden zijn dat ik voor de eerste keer voorging in een viering die geheel in het Gronings ging. Ik was dat eigenlijk niet van plan, voorgaan in een Grunneger Dainst, ik zag er niet de meerwaarde van in. Bovendien had ik het gevoel dat daarmee mensen werden uitgesloten en in een kerkelijke gemeente is dat het laatste wat je wilt. Totdat ik steeds meer ontdekte dat ik voor een deel denk in de taal waarmee ik ben opgegroeid en die wij thuis onderling nog steeds gebruiken: het Gronings.
Ik merkte dat je in het Gronings een gevoel of ervaring of waarneming precies onder woorden kunt brengen en dat je dan probeert het naar het Nederlands te vertalen. Normaal gesproken lukt dat en een enkele keer vind je dan niet de woorden om de kern te duiden. Dat was het moment dat ik dacht dat een viering in het Gronings iets kon toevoegen voor een grote groep mensen.
Ruimte maken
In de viering van de gemeente gaat het om “de ontmoeting met de levende Heer, tot lof aan God, tot opbouw van de gemeente en tot toerusting tot de dienst,” volgens Theo Vrijlandt (Liturgiek, 1987). Het is de gemeente die samenkomt en zoekt naar woorden met het oog op het leven van alledag. Zo is het een plek waar alle vragen van het leven de revue passeren en een moment om lief en leed met elkaar te delen (Henrikus Berkhof, Christelijk geloof, 1985). De zoektocht naar de ontmoeting met de levende Heer is de basis: even worden uitgetild uit de dagelijkse zorgen en lasten, een spiegel voorgehouden krijgen voor de weg die je gaat vanuit de liefde van God voor ons mensen. Volgens Marcel Barnard is liturgie daarmee ook ‘ruimte maken’ voor wat komen kan en zal.
Vreemd
Bij ons thuis werd Gronings gesproken en dat was onder vrienden in het dorp niet anders; op school sprak je Nederlands, ja, eigenlijk vanzelf wat ik mij ervan herinner. Het betekent dat ik het Gronings als mijn moedertaal beschouw of ervaar en het is ‘vreemd’ om met Groningers Nederlands te spreken, zeker als het goede vrienden en bekenden zijn.
Zo is het ook gegaan in mijn werk als voorganger, als predikant. Ik heb altijd gewerkt in een omgeving waar (ook) Gronings werd gesproken en ik ontdekte dat het enorm kan helpen om in het Gronings met elkaar te spreken: de klanken, de woorden, het wordt beter verstaan. Dat helpt vooral als het allemaal iets moeilijker gaat in het leven.
Rechtstreeks
Daarom is een ‘Grunneger Dainst’ voor mij ook helemaal Gronings, vanaf het begin van de voorbereiding. Ik vertaal de grondtekst naar het Gronings, doe het niet via het Nederlands, omdat dat voor mij afleidt. Natuurlijk probeer ik zo veel mogelijk de Grunneger Biebel te gebruiken, ook bij de lezingen, maar je merkt soms ook dat de taal van het Hogeland er wat bekaaid afkomt: veel Oost-Groningen en Westerkwartier en dat is soms weer net een beetje anders. Gelukkig waren er toen ik met de Grunneger Dainst begon al liederen en bijbelvertalingen klaar om te gebruiken en anders kon ik altijd putten uit de bijdragen van Marten van Dijken, met wie ik de viering in het begin samen deed.
Dicht op de huid
Die eerste keer zat mijn moeder ook in de kerk en na de dienst zei ze tegen mij: “Mout dat nou zo?” (moet je dat nu op zo’n manier zeggen?) Een aantal uitdrukkingen die ik had gebruikt waren bij haar wat hard en stevig binnengekomen. Anderen zeiden dat met name de verkondiging ze dichter op de huid kwam, het raakte dieper, kwam meer binnen. Ik heb altijd gedacht dat dat een kwestie van taal is, het is de eigen taal die directer binnenkomt en raakt. Ik weet niet of dat aan het Gronings ligt, het zou best in andere talen ook het geval kunnen zijn. Het is de taal die ervoor zorgt dat je de ruimte vindt om op je eigen manier, in je eigen woorden om te gaan met het leven.
Een andere taal geeft een andere sfeer bij de vieringen en het maakt het spreken over God anders, in het geval van het Gronings ook directer, dichterbij voor mijn gevoel. En ik heb ook wel het gevoel dat mensen anders, scherper, luisteren.
Eigen ruimte
De meerwaarde is de eigen ruimte die ontstaat als je viert in het Gronings. Ik pleit er niet voor alle vieringen in het Gronings te houden. Nederlands is onze voertaal, we spreken over het algemeen onderling Nederlands en het moet ook niet mensen uitsluiten die het Gronings niet machtig zijn. Wel is het goed om het regelmatig te doen, voor het behoud van de taal, voor de andere sfeer in de viering en zo met het oog op de plek die is bedoeld om in de verbinding met God lief en leed met elkaar te delen.
De redactie gaat in de komende tijd kerkdiensten bezoeken in andere talen dan het Nederlands. Bent u benieuwd hoe mensen hun geloof in een andere taal beleven? Houd dan de komende nummers in de gaten!