De dames in de rij voor mij – vijftigers of misschien zijn ze begin zestig – hebben elkaar kennelijk al een hele poos niet gezien. En nu zitten ze in de kerk zomaar naast elkaar, sjonge wat hebben ze elkaar veel te vertellen. “Hoe is het met haar? En met die en die?” De ene anekdote volgt op de andere en het zijn vrolijke herinneringen; er wordt besmuikt gelachen. Een andere dame komt naast hen zitten en knikt en groet: “Goedemorgen.” De twee horen en zien niks – de een zit trouwens met de rug naar de nieuw aangekomene gedraaid – en ze kletsen vrolijk verder. Dame nummer 3 heeft, zo te zien, behoefte aan een kort meditatief moment, maar dat wordt door de buurvrouwen niet opgemerkt.
Dan zwijgt het orgel en dat valt op. Het is nu stil in de kerk, maar gelukkig is er tijdens de collecte weer volop gelegenheid om het gesprek voort te zetten want nog lang niet alles was besproken.