Toch weer thuisvierder deze zondag. De weg langs de kerk leg ik geregeld af; de weg naar de kerk minder vaak. Waar zit hem dat toch in? Het is fijn mijn mede-kerkgangers te kunnen ontmoeten, het prachtige liturgische stuk op weg naar Pasen met eigen ogen te kunnen aanschouwen en in een mooi oud gebouw de overweging te beluisteren. En toch.
Dan zijn we in de dienst thuis toe aan de gebeden. Eerst bidt de predikant, dan volgt het ‘vrije’ moment. Wat bid ik dan eigenlijk? En wat bidt u? Pasgeleden las ik een stuk in Trouw over zelf bidden. Het zinnetje “Voor je het weet verval je in boodschappenbriefjes-taal” kwam me, vrees ik, bekend voor. De gedachte van Kierkegaard die in de column volgt bevat een aanmoediging om van ‘zeggen’ naar ‘luisteren’ te gaan. In die stilte kun je God horen. Een aansprekende gedachte: dan kun je immers altijd en overal luisterend bidden. Straks op de fiets in het prachtige Groninger land maar eens proberen.