Vierwijzer

Zondag 9 juni
Tweede zondag na Trinitatis
Kleur: groen

Rechters 12:1-6 | Psalm 130 | 2 Korintiërs 4:13-18 | Marcus 3:20-35
Woorden kennen een gevaarlijke kracht, de kracht om samen te binden en de kracht om af te breken. Dat lezen we al in de tekst uit Rechters 12: de op de vlucht geslagen Efraïmieten moeten het woord ‘sjibbolet’ correct uitspreken, anders kost hun dat hun leven. En ook de Schriftgeleerden uit het Marcusevangelie worden door Jezus fel terechtgewezen om hun woorden, ze zouden een zonde kunnen begaan waar ze maar moeilijk van kunnen komen. Ook de woorden van Jezus “Wie zijn mijn moeder en mijn broers?” kunnen ons tegen de borst stuiten. Woorden kunnen dus afbreken. Maar tegelijkertijd kunnen ze ook samenbinden. Na de stuitende vraag van Jezus, nodigt hij ons allemaal uit in zijn familiekring: “Jullie zijn mijn moeder en mijn broers.”

Het woord ‘sjibbolet’ heeft in ons hedendaagse taalgebruik de betekenis gekregen van een soort ‘wachtwoord’, een geheime code die je moet weten om ergens binnen te kunnen komen. Als christenen leef je eigenlijk ook met een soort wachtwoord op zak, een wachtwoord dat je kan uitspreken in de moeilijke momenten, als het gevaar loert. Dat wachtwoord wordt genoemd door Paulus in zijn tweede brief aan de Korintiërs als hij zegt: “In dit vertrouwen spreken wij, omdat we geloven en weten dat hij die de Heer Jezus heeft opgewekt ook ons, net als Jezus zal opwekken en ons samen met u naar zich toe zal voeren.” Deze woorden zijn een sjibbolet, een wachtwoord, die ons het geheim vertellen van de ultieme verbinding met elkaar, de schepping en God waarin wij worden uitgenodigd.

Zondag 16 juni
Derde zondag na Trinitatis
Kleur: groen

Ezechiël 17:22-24 | Psalm 92 | 2 Korintiërs 5:1-10 | Marcus 4:26-34
In de tempeldienst van het oude Israël kende men het gebruik om de ‘eerste vruchten’, het eerste deel van de gewassen die klaar waren voor de oogst, aan God te wijden. Boeren keken over de velden, zo rond de oogsttijd, en zagen hier en daar al de eerste vruchten, korenaren en tarwevelden volgroeid zijn voor de oogst. Dit bracht hoop met zich mee, maar ook spanning: als de rest er nou ook maar zo uit zal zien als die ‘eerste vruchten’. Boer zijn vergt geloof; het geloof dat wat gezaaid is ooit vrucht zal dragen. Daarom offerde men deze eerste gewassen aan God, om te vragen of Hij de gewassen vrucht wilde laten dragen, net zoals die eerste dappere korenaren. Het is deze hoop, maar ook deze spanning die doorklinkt in de lezingen van deze zondag.

Zaadjes worden geplant, maar het is maar de vraag of ze vrucht zullen dragen. Die spanning, en dat geloof, klinkt door in woorden uit de Bijbel. Als gelovigen zijn wij geroepen om als die dappere korenaren te zijn, die vroegtijdig vrucht dragen en aan de wereld laten zien dat de oogsttijd er aan komt. Deze roeping kan soms aanvoelen als een grote druk en een last: wat als je leven helemaal niet zo vruchtbaar lijkt te zijn? Dan klinken deze zondag de prachtige woorden uit Ezechiël: “En alle bomen op aarde zullen beseffen dat Ik, de HEER, het ben die een hoge boom velt en een kleine boom doet groeien, die een gezonde boom laat verdorren en een verdorde boom weer laat bloeien. Wat Ik, de HEER, gezegd heb, zal Ik doen.”

voorpagina nummer 11.JPG

Editie 11 - 2024

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief