Vierwijzer

Zondag 10 november
Achtste van de herfst
Kleur: groen

Leviticus 19:1-2, 9-18 | Psalm 146 | Hebreeën 9:11-14 | Marcus 12:28-34
Een oproep in Leviticus om niet tot het randje van je akker te gaan met maaien, en niet alle druiven uit de wijngaard te plukken. Het is bedoeld om ook de armen wat te gunnen, die kunnen dan in de naoogst ook nog wat bijeengaren. Hoe gaan wij vandaag de dag hiermee om, in onze kapitalistische maatschappij… Laten wij nog wat over, voor onze kinderen en kleinkinderen bijvoorbeeld, of is het: na ons de zondvloed? Dat gebod van God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf: dat is in mijn ogen geen rangorde, maar zijn twee gelijkwaardige geboden – door je naaste iets te gunnen houd je ook van God. En dan graag geen symboolpolitiek, een duit in het zakje, een brandoffer, maar iets wat werkelijk schuurt…

 

Zondag 17 november
Negende van de herfst
Kleur: groen

Exodus 30:11-16 | Psalm 16 | Hebreeën 10:19-25 | Marcus 12:38-13:2
Ik bleef haken op die zinnen in Hebreeën: “Laten we op elkaar letten en elkaar aansporen tot liefde en goede daden, en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.”

Je ziet nu een soort van gemakzucht in onze kerkgang sluipen, waarbij we thuis met een kop koffie de kerkdienst online zien. Tegelijk moeten we ons niet vergapen aan die prachtige kerken, want, zegt Jezus in Marcus: geen steen zal op de andere blijven. Dat betekent niet dat we bij de collecte voor het onderhoud van de kerk de hand op de knip moeten houden. Zelfs al in Exodus is er sprake van een soort volkstelling en – laten we het maar kerkelijke noemen – belasting. Waarbij daar de arme evenveel moest betalen als de rijke. In Marcus gaat het ook over geld – daar wordt de gift van de arme door Jezus veel hoger aangeslagen dan van de rijke. Het is maar hoeveel je van jezelf geeft.

Cover nummer 20

Editie 20 - 2024

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief