Ik ben niet zo goed in bidden en doe het maar heel weinig. Maar vanochtend mag ik de voorbeden voor de viering schrijven en uitspreken, als vrijwilliger van de werkgroep Martinidiensten. Afstemmen op de gekozen bijbelteksten, op het voorbereidende gesprek met de voorganger van dienst, op de gebeurtenissen in de wereld, in verbinding met de mensen die in meedoen met de viering en met mezelf.
Het luistert allemaal nauw en verdraagt geen haast. Beneden, in de ochtendstilte nog niet verbroken door de huisgenoten, is het een oefening in luistervaardigheid. Het moet met pen en papier, geen laptop. Het is zoeken van de juiste woorden en overbodige versieringen doorhalen; het gaat nooit in één keer goed. Je bent zo vier of vijf witte vellen verder.
Witruimtes laten tussen zinnen om straks een ruimte te laten ontstaan in de stilte van die grote Martinikerk. Met dat mooie glas-in-loodraam waardoor het licht valt.
Terwijl ik schrijf ontstaat er in de woonkamer een ruimte van aandacht die een helende stilte oproept. Als dit ook bidden is, lukt het me wel.
Kerkganger