Het is weer de tijd van het jaar waarin we over vrede zingen en spreken: Ere zij God en Vrede op aarde… Tegelijk is er op zoveel plekken op aarde oorlog, zowel dichterbij als ver weg. Vrede lijkt zo wel heel ver weg. En wat kunnen we zelf doen? We zijn van goede wil, maar weten vaak niet wat te doen. Daarom sprak ik met Geart Bosma, die lesgeeft over vrede: een ware vredesman.
We hadden op zijn verzoek afgesproken om het gesprek te houden bij Pura Vida aan de Nieuwe Ebbingestraat “omdat je daar een goede thee kan drinken”. Geart Bosma is verbonden aan het Vredes Informatie Centrum en geeft gastlessen over vrede in de bovenbouw van het basisonderwijs. “Het gaat mij er vooral om hen te laten nadenken over conflicten dichtbij en in de grote wereld,” zegt hij. Hij werkt tijdens deze gastlessen graag met theatergroepjes van drie à vier leerlingen en laat hen conflicten uitspelen. Het gaat hem erom duidelijk te maken hoe vijandbeelden tot stand komen, waar dat vandaan komt met praktische voorbeelden. En hij vraagt hun dan: wat is erger, geweld vanuit een opdracht of door emotie? Best wel een intens filosofische vraag.
Hij vertelt dan dat hij twee keer een moordenaar ontmoet heeft. De eerste had iemand neergestoken vanwege stevige pesterijen. Hij was extra naar huis gegaan om een mes op te halen, dus was het moord met voorbedachten rade. De tweede was een straaljagerpiloot, die actief ingezet was en meerdere bombardementen uitgevoerd had, waarbij mensen omgekomen waren. De vraag die hij de kinderen stelt: wat is nu eigenlijk erger? De één deed het omdat hij gepest werd en de ander deed het in opdracht, maar met heel wat meer slachtoffers. Bosma wil daarmee bereiken dat de kinderen leren nadenken over het waarom achter vragen en het belang van niet gelijk oordelen, maar eerst nadenken.
“Wat is erger, geweld vanuit een opdracht of door emotie?”
Verder geeft hij ook cursussen en workshops voor zes à tien personen over hoe je een conflict geweldloos kan beslechten. Dat kan gaan over conflicten in het dagelijkse leven. Woningcorporaties vragen hem wel vaker te bemiddelen bij conflicten. Het is belangrijk te leren dat iemand kwaad is, omdat hij of zij verkeerd bejegend is. Je kunt dan de agressor tegemoet treden met de vraag wat er aan de hand is. Vaak hebben mensen met verschillende instanties te maken, die allemaal in hun eigen hokje zitten. Er is dan zo goed als geen onderlinge communicatie met betrekking tot een conflictsituatie; daardoor wordt het hele proces ontoegankelijk en stroperig en loopt het conflict alleen maar verder op.
Hoe komt het dat hij zich zo intensief met oorlog en vrede is gaan bezighouden? “Mijn jongste broer heeft anderhalf jaar vastgezeten in de gevangenis, omdat hij een niet erkende dienstweigeraar was. Dat heeft toen wel de aanzet gegeven om me daarmee bezig te houden. Anders was ik misschien wel meer bij natuur en het milieu gebleven.”
Als kind, opgroeiend in de provincie Fryslân, was hij veel in de natuur en ook lid van een natuurorganisatie. Hij zag daar al vroeg langs de kust veel olieslachtoffers. Verder was er een duidelijke afname van insecten en bloemen, waardoor je eigenlijk alleen maar depressief kon worden. Hij wil zich vooral nuttig maken in het hier en nu, voelt zich medeplichtig door passief aan de kant te zitten.
“We leven allemaal in een theater. Ideologie is soms belangrijker dan menselijke interactie.” Bosma geeft aan zelf niet kerkelijk te zijn en neigt eerder naar het anarchisme, maar heeft respect voor mensen die religieus zijn. Hij ziet wel dat de kerk zich bezighoudt met veel sociale zaken en ethische vragen. Wel staat hij kritisch tegenover zieltjes winnen.
“Ik ben pacifist, maar heb wel begrip voor geweld bij verzet”
De oorlog in Oekraïne houdt hem bezig. Ondanks dat hij zeer pacifistisch aangelegd is wil hij de Oekraïners niet het recht ontzeggen terug te vechten. Maar een militaire oplossing is geen echte oplossing. Er zal uiteindelijk toch gepraat moeten worden. Na 1989 heeft hij de betreffende landen verschillende keren bezocht en kent ze dus uit eigen ervaring. In Rusland is de afstand tussen de burger en de politieke en bestuurlijke macht erg groot, waarbij ook nog de zeer eenzijdige informatie komt. In de Oekraïne ligt dit, zeker na de Maidan-opstand in 2014 tegen corruptie en wanbestuur, anders. Hier hebben de mensen veel meer het gevoel dat zij zelf invloed kunnen hebben. Wel is hij benieuwd hoe het verder gaat in Oekraïne met het nationalisme en rechtsradicalisme.
“Oorlog is gewoon heel erg, ook in Ethiopië, Jemen en verder. De wapenindustrie spint er haar garen bij. Op dat punt ben ik er behoorlijk pessimistisch over. Je hebt als burger weinig invloed. Ik ben pacifist, maar heb wel begrip voor geweld bij verzet.”