Het gebeurde in een niet nader te noemen kerkelijke gemeente in Nederland. Een man die al jarenlang er trouw voor zorgde dat de liturgieën op donderdag gereed waren, vroeg aan de nog relatief nieuwe dominee of zijn taak een keer pas op vrijdag klaar mocht zijn. De dominee antwoordde van niet. Hij wilde donderdagavond “de boel nog even kunnen controleren” en vrijdag was zijn vrije dag. Hoe groot zijn aanstelling precies was, weet ik niet, is niet belangrijk voor dit verhaal. De discussie liep uit de hand. Of eigenlijk ook niet: de uitkomst was er snel, kort en bondig: “Dan doe je het voortaan zelf maar.” Deze dominee was door vasthouden aan zijn eigen vrije dag een vrijwilliger kwijtgeraakt.
Zelf mopperde ik een keer op iemand die op zondagavond om 19:30 uur nog een artikeltje had nagezonden voor Kerk in Stad. Dat vond die persoon flauw: het was niet lang, immers nog geen twee uurtjes, na de deadline. Maar ik was die zondagavond net naar een vriend geweest om een voetbalwedstrijd te kijken, had de kopij opgestuurd even na 18:00 uur en kon zo zondagnacht opnieuw aan de slag. Flauw?
In de Fonteinkerk loopt het aantal vrijwilligers terug, vooral doordat onze gemeente vergrijst en daarmee automatisch krimpt. Een bevriende dominee vertelde mij laatst over het fenomeen ‘kerkelijke burn-out’ onder vrijwilligers. Een groep mensen die slecht nee kan zeggen en zichzelf meer en meer overvraagt. Zijn oplossing: een grens stellen aan altijd hetzelfde willen blijven doen met steeds minder mensen.
En laten we vrijwilligers bovenal koesteren.