In het koor van de Martinikerk in de Friese stad Bolsward staat tussen een paar andere banken een heel bijzondere koorbank. Deze bank is rond het jaar 1490 gemaakt voor de Broerekerk, ook in Bolsward, maar ze staat al sinds 1893 in de Martinikerk. Op de bank zijn langs één zijkant drie bijbelse vrouwen met hun verhaal uitgebeeld: Maria in het midden, boven haar Judit en onder haar Ester. Het zijn alle drie belangrijke vrouwen en op die zijkant van de bank horen ze bij elkaar, want elk van de drie vrouwen redt op haar eigen manier het volk. Vandaag gaat het over Maria.
Midden tussen Judit en Esther staat Maria op de koorbank afgebeeld, zij is de belangrijkste vrouw uit het Nieuwe Testament en wellicht de belangrijkste vrouw uit de hele Bijbel. Maria staat fier op een overwonnen duivel en ze draagt het Christuskind in haar armen. Om haar heen staan engelen: twee op de grond die de wijde mantel een stukje openhouden en de beide andere engelen staan hoger. Hun handen zijn helaas afgebroken, maar waarschijnlijk droegen deze engelen een kroon boven of op het hoofd van Maria. Aan de achterkant van deze voorstelling zijn de apostelen Andreas en Thomas uitgesneden.
De verhalen rond Maria
In Bolsward is Maria als moeder afgebeeld want dat was zij: de moeder van Jezus en vanaf het begin – het kerstverhaal – tot aan het bittere eind – het paasverhaal – was zij de moeder Gods. De afbeelding van de kroning van Maria is een verhaal op zich. Maria staat op een duivel, als een teken dat door haar moederschap al het kwaad overwonnen is. En de engelen die haar omringen en kronen kennen we nog uit het kerstverhaal.
De afbeelding op de koorbank gaat dus veel verder dan het kerstverhaal. Dat verhaal staat bijvoorbeeld wel op de zijkant van een middeleeuwse bank in de Dom van Güstrow, een stad in het noorden van Oost-Duitsland. Daarop staan een aantal taferelen uit dat deel van het leven van Maria: de aankondiging door de engel, het bezoek aan Elisabeth, de geboorte in de stal en de drie koningen.
Moeder en koningin
In de Bijbel wordt Maria vooral getekend als moeder – of beter, als zorgzame moeder. Dat zien we terug in het verhaal van de twaalfjarige Jezus in de tempel waarin zij uitroept: “Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.” Dat zorgzame zien we ook bij de beschrijving van de bruiloft te Kana: “Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen hem: ‘ze hebben geen wijn meer.’”
Maria was een trouwe volgeling van haar zoon Jezus. Volgens het paasverhaal stond zij bij het kruis en ook na de hemelvaart hoorde zij bij de groep apostelen die wachtten op de komst van de Heilige Geest.
Een koorbank uit de katholieke tijd
Midden tussen Judit en Esther staat Maria centraal op de middeleeuwse koorbank in Bolsward; een bank die gemaakt is toen de Broerekerk – of beter, toen alle kerken in Nederland nog rooms-katholiek waren. En misschien heeft de Rooms-Katholieke Kerk in onze ogen soms bijzondere denkbeelden en gewoontes rond deze moeder Gods, het is zeker een kerk waar Maria vereerd wordt als redder van het volk.