In het koor van de Martinikerk in de Friese stad Bolsward staat tussen een paar andere banken een heel bijzondere koorbank. Deze bank is rond het jaar 1490 gemaakt voor de Broerekerk, ook in Bolsward, maar ze staat al sinds 1893 in de Martinikerk. Op de bank zijn langs één zijkant drie bijbelse vrouwen met hun verhaal uitgebeeld: Maria in het midden, boven haar Judit en onder haar Ester. Het zijn alle drie belangrijke vrouwen en op die zijkant van de bank horen ze bij elkaar, want elk van de drie vrouwen redt op haar eigen manier het volk. Vandaag gaat het over Ester.
Het verhaal van Ester wordt verteld in het gelijknamige bijbelboek en met iets andere accenten ook in het deuterocanonieke (= apocriefe) boek Ester. Bijvoorbeeld: dat boek begint met een voorspellende droom. Het is een bijzondere vertelling, een mooi verhaal, een novelle in tien hoofdstukken met een goede afloop voor het Joodse volk.
Vooral omdat de afbeelding van Ester op dezelfde zijkant van de koorbank staat, wordt aangenomen dat het hier om Ester gaat. Want net als Judit en Maria redde ook deze vrouw het volk.
Het verhaal van Ester
Op de zijkant van de koorbank in Bolsward is een man afgebeeld die op een troon zit, met een kroon op zijn hoofd. Een koning dus; dit zou koning Ahasveros van Perzië kunnen zijn met vlak voor hem Ester. Pal achter Ester staat een andere vrouw die haar arm ondersteunt en iets daarboven staat een vrouw die waarschijnlijk Ester tot koningin kroont. Maar omdat de handen van deze vrouw zijn afgebroken, is niet duidelijk of het werkelijk om de kroning van Ester gaat.
Helaas is ook de rechterhand van koning Ahasveros geschonden, want misschien hield hij daarin de scepter die hij Ester toestak toen zij ongevraagd bij hem kwam om een gunst te vragen. En als dat de scene is die in Bolsward uitgebeeld wordt, dan zijn ook de andere twee aanwezigen makkelijk te duiden die net boven Ahasveros te zien zijn: ‘onderkoning’ Haman en zijn vrouw Zeres.
Het verhaal van Ester gaat om de dreigende ondergang van het Joodse volk en het afwenden daarvan door een vrome en mooie vrouw: Ester. Het lijkt soms een spiegeling van het verhaal van Judit, de vrome en mooie vrouw van wie het verhaal op dezelfde koorbank is afgebeeld. Een dappere Joodse vrouw is de hoofdpersoon en zij redt het volk waarbij de directe vijand gedood wordt. Bij Judit is dat legeraanvoerder Holofernes, bij Ester is dat de ‘onderkoning’ Haman.
Het was in de tijd van Ahasveros
Zo begint het Bijbelboek Ester: “Het was in de tijd van Ahasveros, de Ahasveros die regeerde over een rijk dat zich uitstrekte van India tot Nubië en dat honderdzevenentwintig provincies telde.” Het lijkt op het begin van een sprookje over de grootse en belangrijkste man van zijn tijd. En juist de grote Ahasveros wordt tijdens een enorm feest in zijn hemd gezet door zijn vrouw Wasti: “Hij wilde de rijksgroten van de volken haar schoonheid laten zien, want zij was mooi.” Maar koningin Wasti weigert te komen; zij wil zich niet laten zien in haar koningskleed of wellicht helemaal zonder dat koningskleed…
En als een sprookje gaat de vertelling verder: Wasti wordt verstoten, Ester wordt uiteindelijk de nieuwe koningin en zij krijgt gedaan dat het gevaarlijke plan van ‘onderkoning’ Haman omgedraaid wordt, waarbij uiteindelijk Haman sterft en Esters oom Mordechai de nieuwe ‘onderkoning’ wordt: “Hij streefde het geluk van zijn volk na en was een pleitbezorger voor het welzijn van allen die tot dit volk behoorden.”
Het beeld in Bolsward
Op de koorbank wordt het verhaal van Ester vrij sober afgebeeld, in ieder geval anders dan het verhaal van Judit: daar is ook de maaltijd en de dood van de legeraanvoerder te zien. Bij het beeld van Ester is het door de afgebroken handen onduidelijk wat er precies gebeurt: de kroning van Ester tot koningin of het geroepen worden als koningin door het ontvangen van de koninklijke scepter. Toch, het beeld is in beide gevallen wel duidelijk: Als Perzische koningin Ester kan de Joodse Hadassa haar volk redden.