Wat is ‘christelijk’?

Mensen kennen aan geloof en godsdienst in hun traditionele gestalte vandaag minder betekenis toe. Daarmee is niet gezegd, dat de christelijke geloofstraditie in verval is; hoogstens dat in onze cultuur déze traditionele gestalten haar minder inspireren. Hoe zou de christelijke geloofstraditie opnieuw te verstaan zijn als mensen wel bepaalde dogmatische geloofswaarheden maar niet de waarden en geest van die traditie verlaten? Ouders van ‘kerkelijk afhakende’ kinderen weten daarvan – niet-kerkelijk is iets anders dan onchristelijk. Maar wat is dan ‘christelijk’?

Dick Tieleman
Extra - Kerk en Theologie6

Geloof, hoop en liefde

Geloof, hoop en liefde zijn de Bijbelse grondwoorden van de christelijke traditie voor de menswording in het kwetsbare bestaan.

 “Toen ik een kind was sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden heb ik afgelegd wat kinderlijk is [...]. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen zoals ikzelf gekend ben. Zo blijven dan geloof, hoop en liefde, deze drie. Maar de meeste van deze is de liefde.” (1 Cor. 13).

 

Waar die verbeelding stolt, stokt de traditie en verliest deze haar betekenis

Over ‘ten dele kennen’ van de werkelijkheid gesproken: door de eeuwen heen, in elke fase van geschiedenis en cultuur, kreeg dit ‘ten dele kennen’ andere accenten. Maar altijd weer was er de liefde, die het leven bezielde. In elke levensfase en cultuurfase leven mensen met beelden van God en werkelijkheid, die telkens opnieuw verstaan worden. “Zo blijven dan geloof, hoop en liefde, maar de meeste van deze is de liefde.”

Persoonlijke zingeving
Dit primaat van de liefde zegt iets over een betekenisverandering van geloof. Als geloof niet primair verbonden is met ervaringen van liefde en hoop als vitale dragers van de christelijke traditie, vervluchtigt dat. Het primaat van de dogmatische geloofsleer was een ‘noodgreep’ voor zekerheid en macht van de geloofsgemeenschap als instituut. Mensen hechten vandaag echter meer betekenis aan persoonlijke zingeving en verkiezen, boven eenheid in de leer, een inspirerende gemeenschap van liefde. Religie veronderstelt relatie, en geloof de ervaring van liefde. De omkering van de oude volgorde geloof-hoop-liefde is daarmee een sleutelmotief voor de betekenisverandering van geloof en godsdienst. Geloofsbetrokkenheid is veranderd van inhoud naar houding – en dat weerspiegelt het primaat van de liefde.

Drie ramen
Uit de missionaire wereld komt het verhaal hoe de voorganger van een gemeente in een dorp met gepaste trots een nieuw kerkgebouw toont aan een bezoeker. Staande in de kerkruimte wijst hij op drie gebrandschilderde ramen, geïnspireerd op het drieluik van geloof, hoop en liefde: “Het geloof in Jezus Christus ontsteekt de fakkel van de hoop, die de liefde aanwakkert.” Maar, zo voegt hij toe: “Voor wie van buiten naar deze ramen kijkt is de volgorde omgekeerd. De ervaring van liefde roept de hoop wakker; beide krijgen later een verhaal en een gezicht in de woorden van geloof.”

In de missionaire context verankerde vanouds het besef dat christelijk geloof alleen betekenisvol is in een directe ontmoeting met mensen in hun ervaringen van liefde en hoop (of het verlangen daarnaar). Missionaire presentie, of ze zich nu richt op de wijken van Stad of de derde wereld, zet in bij diaconale en pastorale presentie: in tekens van liefde en hoop is de christelijke traditie present. Woorden van geloof, als verhaal van God en zijn heil, kunnen alleen vanuit de ervaring en solidariteit met het verhaal van mensen klinken en verstaan worden.

Ubi caritas et amor
Werd deze omkering van de traditionele volgorde van ‘woord’ en ‘daad’ lange tijd als ‘missionaire strategie’ beschouwd, vandaag is ze ‘theologie’, dat wil zeggen een (her)interpretatie van waar het in de christelijke geloofstraditie eigenlijk om gaat. Dat is geen nieuwe, maar eerder een wat vergeten interpretatie van de christelijke traditie. Liefde is het eerste en laatste woord van geloof. Geloofsopvoeding is ten diepste: opvoeding tot een houding van onvoorwaardelijke liefde. Verhalen over God en mensen zijn daarvan de verwoording. “Ubi caritas et amor, Deus ibi est...” – met de woorden van het bekende Taizé-lied, ontleend aan een middeleeuws getijdengebed. Te vertalen als: “Waar de zorg voor mensen hoop ontsteekt en de liefde gestalte krijgt, daar is God”. Een oorspronkelijke ‘weg van geloof’ is: mensen deden aan Jezus zo betekenisvolle ervaringen van hoop en liefde op, dat ze die tot de geloofswaarheid voor hun leven verklaarden – “en zij volgden Hem”.

Een levende christelijke traditie is aangewezen op met de cultuur en het zelfverstaan van mensen veranderende betekenisgeving. Waar die verbeelding stolt, stokt de traditie en verliest deze haar betekenis. De onverminderde aandacht voor (religieuze) zingeving weerspiegelt dat mensen – hoe ze zich ook verhouden tot traditionele geloofstaal – niettemin op zoek blijven naar hoop en zich aangewezen weten op liefde om aan hun bestaan betekenis te geven. Het klassieke drieluik van geloof, hoop en liefde vormt in de omgekeerde volgorde de sleutel voor een betekenisverandering van geloof en godsdienst als religieuze betekenisgeving.

Reacties:

Cover nummer 6.JPG

Editie 6 - 2022

Lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief