Tientallen kwetsbare gasten vallen onder hun zorg: bejaarden, ernstig zieken, mensen met zware lichamelijke en/of psychische trauma’s. En die komen dan meestal ook nog zonder medisch dossier aan. Onlangs nog op een vrijdagavond: een meneer in een rolstoel die dringend medicatie nodig had – maar welke? Ga er maar aan staan, zonder tolk. “Het is hier nooit saai,” zegt medisch assistente Ilva Hettinga, met gevoel voor understatement.
Ilva vormt met haar twee collega’s Alfa en Astrid het medische team van INLIA. Toen ze in 2019 hiervoor werd benaderd, zat ze ziek thuis. Daarvoor had ze een tijd in het ziekenhuis gewerkt. “Dan weet je drie maanden van tevoren al wat je doet. Vreselijk.” Dus toen Alfa belde of ze interesse had in een baan bij INLIA, hoefde ze niet lang na te denken. Met Alfa had ze eerder in het aanmeldcentrum in Ter Apel gewerkt. Zodra ze beter was, ging ze aan de slag.
“Als je eenmaal met deze doelgroep hebt gewerkt, is het lastig om terug te schakelen.” Dan is het gewone werk wel heel gewoon, bedoelt ze maar. Desalniettemin, zo’n voorbeeld als zo’n man in een rolstoel zonder zelfs maar een briefje mee: dat is een ander uiterste, toch? “Maar voor zo iemand kun je dus echt het verschil maken.” Tussen heel veel en weinig pijn, in dit geval.
Verjaardagsfeestjes en onwetendheid
Zíj werkt met asielzoekers, haar man werkt bij de NAM – u weet wel: dat bedrijf dat in Groningen het aardgas uit de grond haalt. Niet het meest populaire bedrijf in deze contreien, zullen we maar zeggen. “Dat zijn heel gezellige gesprekken op verjaardagsfeestjes,” lacht Ilva. “Meestal vertel je maar niet te veel. Als je de kans krijgt om uit te leggen hoe het écht zit met onze gasten, komt er vaak meer begrip. Dan gaan de starre meningen toch wat schuiven.”
Want ze weet: die meningen komen vaak voort uit onwetendheid, onbekendheid. En onwetendheid over de dakloze asielzoekers is wijdverbreid. Ook in de medische wereld. Velen denken dat mensen zolang hun asielprocedure loopt, recht hebben op opvang in een azc. En dat wie geen recht heeft op opvang, hier niet zou mogen zijn en ‘terug moet naar zijn eigen land’.
Twee keer fout: je mag een eerste afwijzing van je asielverzoek aanvechten en het besluit in Nederland afwachten. En: al loopt de zaak dus nog, je wordt ondertussen wel op straat gezet. Ziek of niet. Je bent dan niet verzekerd voor medische kosten. Sterker: je kúnt je niet eens verzekeren. Er is enkel een regeling voor spoedbehandelingen. Ziedaar de problematiek waar Ilva mee te maken heeft.
“Gek dat het zo kan”
Gek eigenlijk, vindt ze, dat het zo kan in Nederland. Dat mensen die uit een azc gezet worden, zo aan hun lot overgelaten worden. Dat INLIA zelfs niet even een seintje krijgt welke medicijnen van levensbelang zijn voor mensen die nota bene naar INLIA gebrácht worden. Overheidsdiensten beroepen zich dan op de privacyregels; ‘we mogen geen medische dossiers delen’. Ze zouden eens kunnen beginnen aan mensen zelf te vragen of het mag. “Maar we zijn in dit land heel goed in regeltjes opdreunen.”
Dat er enkel een regeling is voor spoedbehandelingen, betekent dat Ilva niemand met een losse kies kan doorverwijzen naar een tandarts. Totdat de kies een ontsteking veroorzaakt. “Met veel dingen moet je wachten tot ze spoed worden. Dat is heel krom. Slecht voor de mensen, en ook duur natuurlijk.” Het paard achter de wagen in plaats van ervoor.
Lichtpuntjes
Als tegenwicht noemt ze even wat lichtpuntjes: “We werken met een fijne huisarts, die de tijd neemt voor gasten. Veel werk, voor weinig vergoeding, hoor!” Nog een voorbeeld: gasten hebben geen recht op fysiotherapie, terwijl dat ergere problemen kan voorkomen. INLIA werkt samen met fysiotherapeuten die de gasten gratis behandelen. “Echt top.”
Als medisch assistent is het haar taak om gasten door te leiden naar de zorg die ze nodig hebben. Die is dus vaak niet beschikbaar voor deze mensen. En ja: dat frustreert weleens. Als je ziet dat mensen onnodig lijden. Als je weet dat ze heftige dingen hebben meegemaakt, vrijwel allemaal. Vrouwen die zijn misbruikt, vaak ook in Nederland nog.
Maar op die momenten beseft Ilva: “Wat we hier doen, doet ertoe. We doen iets goeds, ook al staan we daar vaak niet bij stil. Dat maakt al die muren waar je op stuit, draaglijk. We zíén mensen, we horen ze. We geven hun een dak boven hun hoofd, behandelen hen met respect. Gewoon als mens. Alleen dat al heeft zoveel impact.”