Op vrijdag 23 juni werd in de Martinikerk het schilderij ‘De hongerigen spijzen’ van Egbert Modderman feestelijk onthuld. Het is het zevende schilderij van hem uit de serie werken der barmhartigheid, geschilderd in opdracht van de Martinikerk. Er ontbreekt nog één werk, het achtste werk der barmhartigheid, zoals een paar jaar geleden toegevoegd door Paus Franciscus: ‘Laat ons barmhartig zijn voor ons gemeenschappelijk huis’. Ofwel: zorg voor de aarde opdat zij doorgegeven kan worden aan de kinderen van onze kinderen.
Egbert Modderman heeft voor zichzelf het spijzen der hongerigen vertaald naar het verhaal van de verloren zoon, om het te kunnen schilderen. We zien op het doek een eenvoudige houten tafel, met over de ene helft een blauw doek als tafellaken. Daar zit de teruggekeerde zoon met een kom in zijn handen en over hem gebogen zijn ouders. Aan de andere kant zit de oudste zoon, verloren en alleen, ook met een kom voor zich. Het schilderij werpt de vraag op wie hier nu de verloren zoon is.
Het schilderij was voor de onthulling verborgen achter een blauw doek, misschien wel het doek dat ook over de tafel ligt. Egbert schildert meestal met mensen die hij kent of aanspreekt om model te staan voor zijn schilderingen. In dit geval is het een gezin met twee zonen, die hij qua uitdrukking en gezicht passend vond voor deze voorstelling. Zij waren het ook die het schilderij na de nodige toespraken mochten onthullen, door het doek weg te trekken.
Afgezien van zijn eerste schilderij, dat voor in de kerk hangt, hangen er nu zes schilderijen in de kooromgang. Het zijn zeer forse doeken, die mooi in de nissen passen. Gelijk zijn ze ook zo groot, dat ze niet makkelijk te transporteren zijn. Hij schildert ze daarom ook in de kerk. Hij heeft zijn eigen kerksleutel, zodat hij altijd naar binnen kan om te werken.
Het eerste schilderij is een afbeelding van Sint-Maarten, die zijn Romeinse soldatenmantel deelt met een arme bedelaar. Gelijktijdig kun je hierin het kleden der naakten zien.
In Matteüs 25 worden zes ‘werken van barmhartigheid’ genoemd: De hongerigen spijzen, de dorstigen laven, de naakten kleden, de vreemdelingen herbergen, de zieken verzorgen en de gevangenen bezoeken. In 1207 voegde Paus Innocentius III toe: De doden begraven. Dat was in een tijd waarin door de pest het begraven van doden gevaarlijk werk was. En nu is dus als achtste werk der barmhartigheid de zorg voor de aarde met haar schepping door de huidige paus toegevoegd. Binnenkort zal Egbert Modderman wel weer af en toe in de Martinikerk te zien zijn, wanneer hij aan dit laatste schilderij werkt.