Niet al te lang geleden stond ik in de Riemer op zoek naar een cadeau voor een goede vriendin, toen mijn oog op dit nieuwe boek van Willem Jan Otten en Paul van Dongen viel. Nu ben ik, sinds het lezen van Zondagmorgen, sowieso nogal enthousiast over het werk van Willem Jan Otten, maar een boek waarin zijn dichterlijk-denkende teksten samenkomen met het werk van kunstenaar Paul van Dongen én prachtige voorbeelden uit de muziek, kunst en cultuur, kon ik echt niet laten liggen.
In Wie zeggen de mensen dat Ik ben laat Willem Jan Otten in drieëndertig essays zien hoe Christus, zelfs al valt zijn naam niet, blijft opduiken in films, romans en muziek. In de gestalte van een tuinman, van een pasgeborene, in de hond Perezvon, Titus Brandsma, in Harry Potters leraar Dumbledore, in een melodielijn van Olivier Messiaen en in de twaalf karmelietessen zoals die door Poulenc naar de guillotine worden gezongen. Zo onthult en doordenkt hij een divers palet aan antwoorden op de vraag die Jezus zijn leerlingen ooit stelde. De drieëndertig essays worden vergezeld door beelden van kunstenaar Paul van Dongen, waarin hij zoekt naar zijn antwoord op die vraag.
Het idee ontstond, zo schrijft Otten, toen hij zelf stuitte op die Vraag en besefte dat die ook aan hem werd gesteld. Maar in plaats van hem zelf direct te beantwoorden, ging hij op zoek naar andermans antwoorden en responsen. Of eerder, de wijze waarop Christus, vaak niet direct zichtbaar of zelfs regelrecht verborgen, opduikt in het werk van dichters en schrijvers, filmmakers en andere kunstenaars. Want, zo besefte Otten, hij kan niet zonder het geloof en de gedachten van anderen om zijn eigen geloof te voeden.
Het proces en de uitkomst van deze zoektocht maakt dat Otten in zijn inleiding durft te stellen: “God is dood, maar van zijn zoon komen we niet af, zo bleek in de loop van de vorige eeuw. Hij is ons blijven bezoeken, precies zoals hij vlak voor zijn dood heeft voorspeld.” Maar niet minder belangrijk is volgens Otten het menselijk vermogen om Hem te herkennen en zijn aanwezigheid te bemerken. Het verlangen om Jezus ergens in te ontwarren is onverlet gebleven.
Een christologie, zo noemt Otten (met een volgens hemzelf veel te hoogdravende term) dit boek met drieëndertig Christusverschijningen. “Een christologie is een geloofsbelijdenis – hoe wankelmoedig het geloof van de auteur ook – en tegelijkertijd is het, ook al is de opzet nog zo onsystematisch, een essay over hoe Christus ‘werkt’. Hoe hij inwerkt, inbreekt of juist uitwerkt, zich ongrijpbaar maakt, steeds in het ene hart van de ene die zijn vraag beantwoordt,” aldus Otten.
Hoe hoogdravend de term misschien ook mag zijn, de essays laten inderdaad stuk voor stuk op prachtige en verrassende manieren iets zien van hoe Christus ‘werkt’. Want als Christus verschijnt dan ‘doet’ hij iets, volgens Otten. Hij verandert het perspectief op de wereld en daardoor op onszelf. Hij verlost ons, zegt de traditie, en Ottens teksten in dit boek weten dat navoelbaar te maken. Ze verrassen, roepen verwondering en emotie op, zetten aan het denken en openen nieuwe sporen.
Kortom, een prachtig boek om jezelf of een ander cadeau te doen. Niet om in één ruk uit te lezen, maar om je bij tijd en wijle te verliezen in één van de essays. Een verzameling cadeaus dus, als het ware.
Willem Jan Otten en Paul van Dongen, Wie zeggen de mensen dat Ik ben
Antwerpen: Skandalon Halewijn, 2023
ISBN: 978 94 932 2045 4 | € 27,99