Als deze Kerk in Stad verschijnt hebben we de nationale dagen van gedenken en vieren net weer achter de rug. We realiseren ons die dagen welke doem van geweld en ellende er over Europa – en ook het verre Azië – gelegen heeft, nu zo’n driekwart eeuw geleden. En we vieren opnieuw de bevrijding: vijf jaar oorlog was eindelijk voorbij, in 1945. Maar wat is er eigenlijk aan de orde na zo’n alomvattende oorlog die niet alleen op het slagveld heeft plaatsgevonden, maar ook in de steden en dorpen van gewone burgers?
Tiemo Meijlink
Het boek Wolfstijd gaat over die naoorlogse tijd in Duitsland. Wij noemen dat – waar het ons eigen land aangaat – de tijd van de wederopbouw. Ook in Duitsland moest dat uiteraard gebeuren, wederopbouw, maar daar waren ook nog heel veel andere zaken aan de orde van de dag: de meeste steden lagen in puin, allerlei groepen mensen op drift en zonder vaste woon- en verblijfplaats, heel veel vaderloze kinderen, een verwoeste infrastructuur, een naziverleden waar de Duitsers voor zichzelf mee moesten afrekenen, de vier bezettingszones van Engelse, Franse, Amerikaanse en Russische bewindvoerders.
We kunnen het ons nauwelijks voorstellen, maar tot ver na het einde van de oorlog zijn de sporen zichtbaar geweest van de verwoesting en alle naweeën die dat met zich meebracht. 1945 was in die zin voor Duitsland niet zozeer het einde van een verloren oorlog die het zelf welbewust begonnen was, het was vooral ‘het uur nul’, het volstrekte niets waarin het land door eigen toedoen terecht was gekomen. Hoe kon dat ooit weer goed komen?
Harald Jähner, de schrijver van het boek, is voormalig journalist en bijzonder hoogleraar aan de Universität der Künste in Berlijn. Hij is zo’n auteur die je een meester van de non-fictie zou kunnen noemen. In Nederland hebben we die ook. Denk aan Geert Mak, Jan Brokken of Frank Westerman. Schrijvers die in staat zijn geschiedenis te vertellen op een manier die van begin tot eind boeiend en aansprekend is.
Zo lees je over de economie die op gang moest komen: officiële distributie van zeer schaars voedsel met behulp van bonnen maar ook een welig tierende zwarte markt waar notabene sigaretten het gebruikelijke betaal- of liever ruilmiddel waren. Je leest over de honger en andere ellende waar de meeste Duitsers mee te maken kregen: niet alleen de velen die in hun eigen verwoeste stad of dorp zich moesten zien te redden, maar ook alle zogenaamde verdrevenen, de Duitsers die op de vlucht waren omdat ze niet meer welkom waren in de Oost-Europese landen waar ze soms generaties lang hadden gewoond en geleefd. Duitsland had vijf jaar na de oorlog een bevolking die vele miljoenen groter was dan in 1939, en dat ondanks alle soldaten en burgers die waren omgekomen tijdens de oorlog!
Als je alle verhalen tot je door laat dringen, dan mag je met recht spreken van een wonder dat het uiteindelijk goed gegaan is met dit land en dat er zoiets als een geordende en democratische rechtsstaat ontstaan is. Ook dat maakt het lezen van dit boek de moeite waard: het fundamentele belang van de opbouw van een rechtsstaat waarin mensen veilig kunnen wonen.
Harald Jähner, Wolfstijd: Duitsland en de Duitsers 1945-1955, vertaald door Jantsje Post en Anne Folkertsma
Amsterdam: Arbeiderspers, 2020
ISBN: 978 90 295 4112 1 | € 34,99