Zoonlief van negen en ik zitten gezellig te kletsen aan de keukentafel. We hebben het over fonteinen met mooie trappen. “Ja pap,” zegt hij, “net als die trappen in de Divina Commedia.”
Ik kijk hem aan alsof ik water zie branden. “De Divina Commedia? Wat bedoel je?” zeg ik.
“Gewoon, die van Dante,” zegt ie alsof het de meest normale zaak van de wereld is.
“Waar haal je dat nu weer vandaan?”, vraag ik.
“Uit de Donald Duck,” zegt ie.
Hij pakt een aparte geschiedeniskatern die met de Donald Duck door de brievenbus viel. Ik blader door het boek en ja hoor, daar is Dantes Divina Commedia. “In mijn tijd kregen we niet zulke mooie boeken bij het abonnement,” sputter ik een beetje jaloers. Ik voel me ineens heel oud. Ik vertel zoonlief dat toen ik in Utrecht studeerde ons studentenhuis ook een abonnement had. Dat ik altijd als een van de eersten beneden was als ik de brievenbus hoorde klepperen. Wie is niet groot geworden met Donald Duck?
Dit jaar vieren we zijn zeventigste verjaardag. Het Forum besteedt daar aandacht aan in een mooie beknopte tentoonstelling. We gingen er naartoe. De tentoonstelling begon met een wit vlak. ‘Alles begint met een wit vel papier’, stond ernaast. Twee Amerikanen, Ted Osborne en Al Taliaferro ‘schiepen’ Donald Duck zoals wij hem kennen op zo’n vel papier. Carl Barks bedacht Dagobert Duck, Willy Wortel, waarschijnlijk de neefjes maar in elk geval ook Duckstad.
Veel mensen denken dat de Donald Duck-strips nog altijd uit Amerika komen. Dat is al lang niet meer zo. In de jaren zestig, schakelde de Duck-redactie onder andere de Nederlandse stripstudio van Marten Toonder in, bekend van Tom Poes en Ollie B. Bommel. Tegenwoordig leidt de redactie zelf de schrijvers en tekenaars op.
Donald Duck heeft al lang geen eigen blad meer in Amerika. Strips met superhelden bleken veel meer op te leveren dan een strip met zo’n antiheld als Donald Duck. Dat laatste doet mij nu net zo veel van die falende, klunzige, niet al te slimme Eend met twaalf ambachten en dertien ongelukken houden.
Ik identificeer me makkelijker met een antiheld dan met een held. Ook theologisch gezien geloof ik meer in antihelden, dan in Supermen en Superwomen. In dit lelijke eendje komen de Humana Commedia en de Divina Commedia samen. Ik hoor dat als zoonlief op de bank in de lach schiet achter zijn duckie. Zolang hij zich identificeert met Donald en niet met Dagobert, ben ik dik tevreden.