Tiemo Meijlink
Op dit moment is er in het Groninger Museum een expositie, gewijd aan de druksels van Hendrik Nicolaas Werkman over de Chassidische vertellingen. Werkman maakte die druksels in de oorlogsjaren. Aan het eind van de oorlog is hij gefusilleerd, drie dagen voor de bevrijding van Groningen.
Zijn twintig druksels over de Chassidische vertellingen zijn in de loop der jaren wereldberoemd geworden. Het zijn verbeeldingen van de legenden van de Ba’al Schem Tov, die stuk voor stuk vertellen over het chassidisme, een beweging in het jodendom in Oost-Europa die ontstond in de achttiende eeuw. Het was een beweging waarin het gewone leven van eenvoudige Joodse mensen centraal stond, met veel nadruk op de hoop, het gebed en de vreugde van het alledaagse leven. Het ging erom juist in de dagelijkse gewoontes een directe relatie met God te beleven om zo de moeite en de zorg te kunnen dragen die veel Joden ervaarden in die tijd.
Pogroms kwamen veel voor en teisterden de Joodse gemeenschappen. Velen kwamen om, sloegen op de vlucht of bekeerden zich noodgedwongen tot het christendom. Het chassidisme probeerde een alledaagse vroomheid te ontwikkelen die mensen kon helpen in de pijn en de ellende die men vaak moest ondergaan. Bijzonder is de nadruk in de legenden op de levensvreugde die er desondanks toch is, de hoop en de veerkracht die mensen ervaren in hun verbinding met de God van hun vaderen.
Het boek dat ik hier onder de aandacht breng, gaat over de inspirator van Werkman waardoor hij ertoe kwam om zich te wijden aan deze verbeeldingen van de Chassidische vertellingen. Dat was namelijk ds. August Henkels (1906-1975). In 2010 is er over hem een proefschrift geschreven van de hand van Jan Henk Hamoen, die toen predikant was in Joure en inmiddels met emeritaat is.
Henkels, geboren en getogen in Groningen, had al in zijn studententijd grote belangstelling voor het jodendom. In 1937 werd hij bevestigd als hervormd predikant in Winschoten, waar toen ook een grote Joodse gemeenschap bestond. Toen in het begin van de oorlog de Joden al heel snel door de Duitse bezetters werden vervolgd, koos Henkels openlijk de kant van het ‘volk van zijn Joodse baas’, zoals hij dat toen onder woorden bracht.
Korte tijd later richtte hij samen met twee anderen, een lerares van het gymnasium in Winschoten en een vroegere studievriend, een uitgeverij op, de Blauwe Schuit. Zij verzorgden kleine publicaties om zo geestelijke weerstand en bemoediging te bieden in de moeilijke omstandigheden van de bezetting. Henkels benaderde Hendrik Werkman om illustraties te maken voor deze publicaties. Zo ontstond een vriendschap die uiteindelijk leidde tot de beroemde druksels over de Chassidische vertellingen.
Sowieso was August Henkels een man met een sterke verbondenheid met de cultuur van zijn tijd. Hij had goede contacten met de dichter Martinus Nijhoff, de schrijver Simon Vestdijk en andere kunstenaars. Het boek van Jan Henk Hamoen is nog te krijgen bij de uitgever en is zeer de moeite waard om te lezen.
Jan Henk Hamoen, Het schip der zotten. Een studie van leven en werk van ds. August Henkels (1906-1975).
Middelburg: Skandalon, 2010
ISBN: 978 94 907 0810 8 | € 19,50 | 342 pagina’s