Naar zachtheid en een warm omhelzen

12 december 2024 | Recensie

Alleen al de titel van dit boek laat een tegengeluid horen waar ik naar hunker. Gelukkig ben ik de enige niet. Dankzij de NS-literatuurprijs zindert deze mooie zin overal tussen de lompheid waar het dagelijks nieuws ons mee bestookt. Reclame waar je voor de verandering eens van opademt. De bijzondere titel komt uit een gedicht van Adriaan Roland Holst die daarin met twee openingszinnen de hele kerstgedachte weet te vangen:

Wees altijd zacht voor hen die eenzaam staan
omdat zij grooter zijn dan die hen tarten

Het boek is een eerbetoon aan Ommie, de vrouw die zich over de kleine Adriaan ontfermt in het huis van zijn grootvader. Adriaan logeert daar een lange zomer omdat zijn getraumatiseerde vader kinderen niet meer verdraagt. Grootvader is een bastion gehuld in sigarenrook. Ommie is zijn huishoudster en het reddingsvlot waarop hij drijft. Ook voor Adriaan is ruim plek in haar grote hart. Ze leefde aan twee kanten, leek het wel: jong met haar geleend kleinkind, oud met haar bellende brombeer. Ommie is altijd zacht voor hen die eenzaam staan, maar net zo duidelijk en recht door zee. Voor iedereen is plek aan haar keukentafel, maar een verschoten evangelist die aan die tafel niet ophoudt met preken wijst ze beslist de deur nadat ze de knopen weer op zijn aftandse jas gezet heeft.

Gaandeweg het boek leren we deze markante vrouw steeds beter kennen. Toch krijgen we pas na een derde van het boek haar hele naam te horen, die de schrijver met veel moeite boven tafel heeft weten te krijgen: Jans Broumels. Veelzeggend voor al die vrouwen die net zo’n onzichtbare hoofdrol gespeeld hebben in de geschiedenis. Als een buurman uit angst voor de Russen de grote kelder onder het huis komt opmeten blijkt Jans in de Tweede Wereldoorlog in diezelfde kelder vele mensen verborgen te hebben gehouden. “Jans, je hebt vele levens gered,” zegt de buurman, waarop Jans antwoordt: “Gered? Gerekt zal je bedoelen. Ze kozen voor de moeilijkheid. Voor stompzinnig heldendom.”

Ommie keek verder dan de simpele tweedeling in goed en fout, helden en sukkels waar de meeste mannen in haar tijd hun oorlogsherinneringen mee kleurden. Ook in Adriaans vader ziet ze meer dan een beschadigde overlevende van de Japanse interneringskampen. Het is een van de scènes die me het meest bijgebleven is, aan het eind van het boek. De kleine Adriaan vertelt haar voorzichtig hoe zijn verkrampte vader kan tieren en slaan en dat hij bang is dat hij steeds meer op hem gaat lijken. Waarop Ommie op een bijzondere manier reageert: Ommie zocht naar woorden. Ze wist het niet, begreep ook niet wat zijn vader nou precies mankeerde. De oorlog ja, maar het zat dieper volgens haar, ze had een zachtheid in zijn ogen gezien, een zachtheid waar hij bang voor was. Zoals zoveel mannen.

Een Ommie-antwoord waarmee ze zowel zacht is voor Adriaan als voor zijn vader die “beide eenzaam staan”. En een antwoord waarmee ze de vinger legt bij een diepe wond onder de hardheid van deze tijd.

Adriaan van Dis, Naar zachtheid en een warm omhelzen
Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Augustus/Atlas Contact, 2023
ISBN 978 90 254 7338 9 | € 18,99 | 224 pagina’s

Ds. Jan Willem Nieboer
Share This