Het was een zonovergoten weekend, het weekend van Palmpasen én het weekend dat de Vrouwenmars 1945 werd gelopen. De initiatiefneemster, Rixt van Gosliga, had het GSp – Studentenplatform voor Levensbeschouwing gevraagd of we mee zouden kunnen helpen in de organisatie. Dat hebben we met plezier gedaan.
Jasja Nottelman
Tot dan toe was de Vrouwenmars voor mij en voor de verschillende studenten helemaal niet bekend. Dat is in de loop van de voorbereidingen en in het weekend veranderd. Op vrijdag liepen we mee, op zaterdag en zondag ondersteunden we op allerlei plekken de Vrouwenmars zodat de deelnemers de trajecten goed konden bewandelen.
Lokale geschiedenis
In april 1945 zat er een grote groep vrouwen in Kamp Westerbork. Ze waren uit het hele land van hun bed gelicht, gevangengenomen, omdat ze zelf in het verzet zaten of omdat een echtgenoot, vader of broer in het verzet zat. In Kamp Westerbork moesten ze aan het werk. Tot 11 april 1945. Toen werden 116 vrouwen door zo’n 200 Duitse soldaten uit het kamp weggevoerd en liepen ze de nacht door. Ze liepen van Westerbork naar Assen, de volgende nacht van Assen naar Groningen en de derde nacht liepen ze van Groningen naar voorbij Grijpskerk. Daar werden ze vrijgelaten en hartelijk door de inwoners van Grijpskerk onthaald en konden ze bijkomen van de barre tocht.
Herdenken en bewust worden
Er is al eerder aandacht besteed aan deze Vrouwenmars, en er is een aantal keer een deel van de tocht gelopen. Dit jaar, mede in verband met 80 jaar bevrijding, is de hele tocht gelopen, op vrijdag 11 april, zaterdag 12 en zondag 13 april; elke dag liepen er gemiddeld 200 mensen mee.
Op vrijdag was de start van de tocht in Kamp Westerbork. In een kale barak stonden we bij elkaar. De namen van de 116 vrouwen werden één voor één opgenoemd. Er was een verhaal van een van de nabestaanden over wat deze tocht voor haar grootmoeder had betekend. Hoe zij haar leven weliswaar weer op de rit had gekregen, maar hoe, toen ze ouder werd, de herinneringen, de angst en de onzekerheid haar parten hadden gespeeld. Zij heeft een boek over haar grootmoeder geschreven, Nonny, dat dit weekend is gepresenteerd.
Na deze ceremonie liepen we het Kamp uit, door de velden, via Ekehaar richting Assen. Wij liepen in de zon, het voorjaar kwam ons in alle frisheid tegemoet. Het idee dat de vrouwen door de nacht moesten lopen, niet wetend wat hen stond te wachten, was indrukwekkend. Het bracht gesprekken op gang over hoe het nu in de wereld is, hoe je daarmee omgaat. Een aantal vragen (die we vanuit het studentenpastoraat hadden aangedragen) konden de deelnemers bespreken. Vragen als: Wie is voor jou een voorbeeld als het gaat om verzet? Zou je mensen die in gevaar zijn onderdak bieden? Hoe ziet verzet eruit in het digitale tijdperk?
Meike, afgestudeerd bewegingswetenschapper: “Het was indrukwekkend om ’s ochtends bij de start de verhalen van de familieleden te horen. We liepen allemaal met een nummer om onze bovenarm over het terrein van Kamp Westerbork. Tijdens het voorlezen van de namen ontdekte je wie er achter het nummer zat waarmee jij die dag meeliep. Dat maakte het verhaal ineens veel persoonlijker…”
Beelden
In Ekehaar werd een van de beelden onthuld die zijn gemaakt om het verhaal van die vrouwen levend te houden. Ze zijn gemaakt door Natasja Bennink en Gert Sennema. In Assen werd een tweede beeld zichtbaar gemaakt. Ook zaterdag en zondag zijn er nog drie beelden onthuld, verstilde beelden, met vrouwenhoofden die gemodelleerd zijn naar een van de nabestaanden. De vrouwenhoofden zijn in een stenen achtergrond geplaatst, van een boekenplank met boeken, symbool voor alle verhalen van deze vrouwen, tot een deur en de vorm van een overall die de vrouwen moesten dragen.

Bijschrift: Herinneringsbeeld door Natasja Bennink en Gert Sennema. Foto: Jasja Nottelman.
Zaterdag was het een pittige tocht, het werd behoorlijk warm en er moest dertig kilometer worden gelopen. Bij de Dorpskerk in Haren, waar de deur gastvrij was opengezet en de deelnemers van het toilet gebruik konden maken, deelden we zelfgebakken appelkoek uit, een stevige hap om de laatste kilometers te volbrengen tot aan het Huis van Bewaring aan de Helperlinie. Onderweg was het thema ‘gevangen’ aan de orde. Met vragen als: In welke situatie voel jij je gevangen? Wat zou gevangenschap met je doen? Wat zou je het meeste missen als je gevangen zou zitten?
Meike: “Ook als vrijwilliger vond ik het bijzonder om de sfeer van dichtbij mee te maken. Samenwerken met mensen die met zoveel liefde en toewijding aan de organisatie hebben gewerkt, gaf veel voldoening. Op een rustplek langs de route was goed te merken dat die warme sfeer ook oversloeg op de wandelaars. Veel vrouwen gaven aan diep geraakt te zijn door het verhaal van de Vrouwenmars, en spraken daarnaast hun grote waardering uit voor de organisatie. De warme, verbindende sfeer was duidelijk voelbaar — niet alleen onder de vrijwilligers, maar ook bij de wandelaars zelf.”
Op naar de bevrijding
Zondag was de start in de regen. Opnieuw klonken de 116 namen van de vrouwen. De Groningse Commissaris van de Koning René Paas sprak de deelnemers toe. Het klaarde al snel op. De tocht ging door het centrum van Groningen, langs de Friesestraatweg, waarbij er gerust kon worden bij Baxbier.
Hannan, student Godsdienstwetenschappen en wijkdichter van Vinkhuizen: “Bij de pauze op zondag in Baxbier druppelde de doorstappende menigte langzaam binnen. Samen met Sanne en Liz stond ik buiten. Alle drie droegen we een overall. Binnen stond het wijkkoor van Vinkhuizen.
“Sanne had een stuk geschreven over passen in een mal en ergens uit willen breken; uit een vorm. Ze stond bij de ingang van de locatie en de wandelaars bleven bij haar staan om het gedicht te horen.
“Liz en ik liepen stukjes mee met de wandelaars en deelden zo een echoënd gedicht: ‘Het gonst! Al overal. Het gonst door de stad. Ik weet, ze houden ons vast, maar hou vol, want het komt al. Het gonst al. Overal. Stap door!’
“En zo stapten de wandelaars door op het ritme van ons rijmen.
“De ene wandelaar was verbaasd of geraakt erdoor, de ander wilde snel van ons af en zette de pas erin. In ieder geval was het een geweldige ervaring, allemaal mensen met verschillende wandeltempo’s en witte banden omgeknoopt. En wij erachteraan hobbelend met wat woorden, Vinkhuizen vertegenwoordigend.”
In Grijpskerk werden de wandelaars binnengehaald. Zeker de vrouwen die alle drie de dagen hadden gelopen waren blij dat ze er waren, voldaan dat ze het hadden volgehouden en zich des te meer bewust van het feit dat de 116 vrouwen in 1945 een bizarre tocht hebben gelopen.
De bevrijding kreeg deze dag een duidelijke kleur, bijgezet door de vrolijk muziek van Excelsior en alle vlaggen die waren uitgestoken.

Deelnemers en Excelsior bij de kerk van Grijpskerk. Foto: Gea Meulema.