Zondag 25 mei
Zesde dag van Pasen
Kleur: wit
Joël 2:21-27 | Psalm 67 | Openbaring 21:10-12.22-27 | Johannes 14:23-29
In het evangelie van Johannes loopt Jezus vooruit op zijn hemelvaart; voor mij was dat altijd een wat vage ‘feest’dag, want Jezus gaat bij ons weg – zo voelde dat bij mij, bijna als Goede Vrijdag, waarvan ik ook het goede niet begreep. Maar: “Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.” In deze afscheidswoorden van Jezus van zijn aardse aanwezigheid legt Hij de betekenis van de Heilige Geest uit. Het Griekse woord ‘paraklêtos’, dat hier als pleitbezorger vertaald wordt, kan ook trooster betekenen. Iemand die je in moeilijke tijden bijstaat.
Donderdag 29 mei
Hemelvaart
Kleur: wit
2 Koningen 2:1-15 | Psalm 47 (Psalm 110) | Hebreeën 9:24-28 (Handelingen 1:1-11) | Lucas 24:49-53 | (Marcus 16:19-20)
Het verhaal van Hemelvaart weerspiegelt het verhaal in het Oude Testament over de hemelvaart van Elia. Het wordt bijna als een sprookje verteld, met de herhalingen: Elisa die drie keer stellig zegt dat hij zijn meester niet in de steek zal laten, als hij vertrekt naar Betel en dan naar Jericho en ten slotte naar de Jordaan, de doodsrivier. De profeten uit Betel en Jericho die Elisa aanzeggen dat Elia heen zal gaan. “Zeg maar niks,” antwoordt Elisa daarop. En dan, bij de Jordaan, vraagt Elia hem, wat hij voor Elisa nog kan doen. “Laat mij dubbel in uw geest delen,” waarop Elia antwoordt: “Je vraagt iets heel moeilijks – Als je ziet hoe ik van je word weggenomen, zal je wens vervuld worden, maar als je het niet ziet, gebeurt het niet.” Is dat misschien ook hoe ons geloof in Jezus’ hemelvaart gestalte moet krijgen? Pinksteren gebeurt pas als wij Zijn hemelvaart zien?
Zondag 1 juni
Zevende dag van Pasen
Kleur: wit
1 Samuël 12:19b-24 | Psalm 31:1-9 (Psalm 97) | Openbaring 22:12-21 | Johannes 14:15-21
Als het volk via Samuel aan de Heer vraagt om een koning (misschien het equivalent van een sterke man), is het antwoord duidelijk: “Dwaal niet af om achter iets aan te lopen dat niets oplevert en niet bevrijdt, omdat het niets is.” Van dat woord is ook het slot van Openbaring doortrokken: doe niets af aan dit boek, en voeg niets toe – kort samengevat. In Johannes drukt Jezus zijn leerlingen op het hart Hem lief te hebben door zijn geboden te volgen. Dan zal de Vader een andere pleitbezorger sturen – dan komt er zicht op Pinksteren, voor wie Hem liefhebben en voor wie Hij liefheeft.
