Zondag 22 december
Vierde van de Advent, Rorare coeli
Kleur: paars
Micha 5:1-4a(6) | Psalm 80:1-8 | Hebreeën 10:5-10 | Lucas 1:39-45
De aanstaande moeder van Johannes de Doper, Elisabet, ontvangt haar nicht Maria, de aanstaande moeder van Jezus. De zwangerschap van beiden is een wonder. Johannes springt van vreugde op in Elisabets schoot. Elisabet zegt voor het eerst die beroemde regel uit het Weesgegroet Maria: gezegend is de vrucht van uw schoot. Twee vrouwen die aanvoelen dat er iets groots gaande is, dat de verlosser nabij is. Ook Micha profeteert van een verlosser – namelijk iemand uit het luttele Bethlehem, een plaatsje te gering om te noemen, die stand zal houden tegen het gehate Assyrië. Verleidelijk om terugkijkend op Christus’ geboorte dit een profetie te noemen voor de komst van Jezus. Ik denk dat dit een brug te ver is. Wat de verhalen wel gemeen hebben: uit iets nietigs, uit twee ongeboren kinderen, komt verlossing voort. Hoe gevaarlijk is dat.
24 december, Kerstnacht
Dixit Dominus
Kleur: wit
Jesaja 8:23b – 9:7 | Psalm 96 | Titus 2:11-14 | Lucas 2:1-20
In het duister van de nacht, in de nacht van de duisterste machten – ik kan er niet omheen, ook in onze tijd – breekt God de ban, wijst het licht ons de weg. Er is een analogie met de Paasnacht – advent en passietijd kun je op dezelfde manier ervaren. Als alles duister is, verlicht God onze nacht. Die nacht voor Kerst, die nacht voor Pasen ontroeren mij altijd. Een geboorte, een sterven, het al te menselijke, blijken bij God het grootste te zijn en tot opstanding te leiden. En dat dit alles geen sprookje is, maakt Lukas duidelijk door deze gebeurtenis duidelijk te verankeren in de geschiedenis: de tijd van Keizer Augustus. Een gebeurtenis samengevat in de woorden: goed nieuws – evangelie.
25 december, Kerstdag
Puer natus est
Kleur: wit
Jesaja 52:7-10 | Psalm 98 | Hebreeën 1:1-12 | Johannes 1:1-14
Johannes speelt hier met het begin van de Tenach, het scheppingsverhaal. Wij denken dat chaos (ónlaand in de Grunneger Biebel) het allereerste was – het lijkt ook in ons leven de oerkracht te zijn – maar Gods Woord was er eerder. Door dat Woord is alles geschapen, is er een niet te doven licht gekomen. Die troostrijke woorden: “Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.” Met eenzelfde Woord zendt God een bode: Johannes. Om te getuigen van het licht. Ik moet denken aan mensen die Verlicht willen worden, naar verlichting zoeken – zoek niet verder. Het licht, het woord is al in de wereld, we begrijpen het alleen niet. Misschien dat een jochie, vleesgeworden woord dat ons geboren is, ons dat duidelijk wil en kan maken?
Zondag 29 december
Zondag na kerst
Kleur: wit
Jesaja 61:10 – 62:3 | Psalm 147:12-20 | Galaten 3:23 – 4:7 | Lucas 2:33-40
Jammer dat de evangelie-lezing vandaag begint ná de lofzang van Simeon, de lofzang die gelezen is op de uitvaart van mijn vader. Ik zou zeggen: lees dat tweede hoofdstuk vanaf vers 25… Als je die lofzang van Simeon op je lippen kunt hebben op je oude dag, ben je een gelukkig mens. En Hanna en Simeon – die horen gewoon bij elkaar. Haar lofzang klinkt ook hier wel door, al lezen we die woorden indirect. Het wonder van dat kleine kind, die ommekeer van Kerst: misschien zijn wij geen profeten zoals Hanna, maar kunnen en mogen wij dat ook op deze manier beleven. Zodat we met Jesaja kunnen zeggen: Ik vind grote vreugde in de HEER, mijn hele wezen jubelt om mijn God. Hij deed mij het kleed van de bevrijding aan, hulde mij in de mantel van de gerechtigheid.
Zondag 5 januari
Epifanie, Openbaring
Kleur: Wit
Jesaja 60,1-6 | Psalm 72 | Efeziërs 3, 1-12 | Matteüs 2, 1-12
Wie er kwamen uit het oosten – we weten het niet zeker. En als u wel de namen kent, en zegt dat het drie koningen waren, dan bent u vast van katholieken huize. Zes januari immers wordt Driekoningen gevierd, met Balthasar, Caspar en Melchior die wierook, mirre (een soort geurige balsem) en goud meebrachten als eerbetoon aan Jezus. Die drie en die namen – apocrief zijn ze, bedacht in latere volksdevotie. In onze tekst staat: magiërs – en dat kunnen zowel priesters zijn van Zarathustra, of meer algemeen: wijzen, mensen die de tekenen van de hemel verstaan, wij zouden zeggen: astrologen. Zij (in het orthodoxe katholicisme waren het er twaalf) kwamen eer betonen aan de koning der koningen. Uit alle windstreken, dat wil de latere overlevering ook nog eraan toevoegen. Dat alle windstreken deel hebben aan Gods heil is ook de boodschap van Paulus in zijn brief aan de Efeziërs: ook mensen uit andere volken delen door hun eenheid met Christus Jezus in de erfenis, zij maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, door middel van het evangelie.
Zondag 12 januari
1ste na Epifanie, Doop van de Heer
Kleur: Wit
Jesaja 40, 1-11 | Psalm 104, 1-13 | Titus 3, 4-7 | Lucas 3, 15-16, 21-22
Kende de joodse traditie de doop? – vraag je je af als je leest over de doop van Jezus. Niet in onze christelijke zin. Men kende wel een rituele reiniging in natuurlijk water, zoals de Jordaan, alvorens bijvoorbeeld de tempel in te kunnen gaan. Het was dus geen eenmalige ‘inwijdingsrite’ zoals de doop bij ons gebruikelijk is, die aangeeft dat de dopeling kind van God geworden is.
Die rituele reiniging in de tijd van Johannes werd vaak in Messiaanse groeperingen ingezet, vaak ook met de bedoeling mensen af te brengen van hun kwade wegen en met het stromende water een nieuwe staat van de dopeling tot stand te brengen. Vandaar ook dat mensen in verwarring zijn over Johannes: is hij dan de Messias? Hij doopt immers? Maar Johannes erkent in Jezus zijn meester. Het water wordt dan bijna vereenzelvigd met de Geest die op Jezus neerdaalt. Paulus zegt daarover: Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest,