Zondag 27 april
Tweede zondag van Pasen
Kleur: wit
Genesis 28:10-22 | Psalm 111 | [Psalm 150] |Openbaring 1:12b-20 | Lucas 24:13-35
Een van de meest intrigerende verhalen in het evangelie is dat over de Emmaüsgangers. Als Jezus met hen mee oploopt, herkennen ze hem niet… Hun blik was vertroebeld. Ze liepen verloren. En als Jezus hun de Schriften uitlegt, te beginnen bij Mozes, dan begrijpen ze het nog niet. Pas als hij ’s avonds het brood breekt met hen, in dat gebaar, herkennen ze Hem! Net zo’n inzicht als bij Jacob doorbrak na zijn droom: “Dit is zeker,” zei hij, “op deze plaats is de HEER aanwezig. Dat besefte ik niet.” Eerbied vervulde hem. Ook in Openbaring lezen we over het herkennen van de Majesteit van Christus, die er trouwens uitzag als een mens – iets waar je bang van zou kunnen worden. Maar: “Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste. Ik ben degene die leeft. […] Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.”
Dát is evangelie. We lopen in het leven vaak genoeg verloren, hebben niet door dat Christus naast ons loopt. Door het brood te delen in het Heilig Avondmaal, door deel te nemen aan die gemeenschap, kunnen wij voor even Hem herkennen, ontsnappen aan onze verlorenheid.
Zondag 4 mei
Derde zondag van Pasen
Kleur: wit
Jeremia 32:36-41 | Psalm 33:1-11 | [Psalm 30] | Openbaring 5:6-14 | Lucas 24:35-48
Jeruzalem – de stad waar de leerlingen verblijven. Jeruzalem, de stad waarheen God alle ballingen terugbrengt en waar iedereen één van hart zal zijn. Niet de fysieke (en nu door een misdadig regime ontheiligde) stad zozeer, maar de stad waar Jezus in ons midden komt staan – geen geestverschijning, want hij laat zich aan zijn handen en voeten raken. Waar Jezus honger heeft: hebben jullie iets te eten? Waar hij ons verstand ontvankelijk maakt voor het begrip van de Schrift. Jeruzalem, waar de vergeving van zonden begint. En de leerlingen krijgen de opdracht hiervan te getuigen. Het is een vooruitblik op Pinksteren – in het vers volgend op onze evangelielezing staat: Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed. Wat hebben wij Christus aan eten te bieden als hij in ons midden is?